Nieuws
Peter van der Ploeg leest: Een liefde in de Goelag

Peter van der Ploeg heeft de deuren van Huygens’ Hofwijck even achter zich dichtgeslagen. Hij heeft namelijk een mooi boek ontdekt. Vandaag beschrijft hij in zijn wekelijkse blog: Een liefde in de Goelag.

Ik heb medelijden met Aleksei Navalny, de Russische activist die een welhaast hopeloze strijd voert tegen de politieke machthebbers in zijn land. De term hopeloos is niet omdat hij alleen zou staan. Integendeel, de protesten laten zien dat honderdduizenden Russen het met hem eens zijn. Nee, met hopeloos doel ik meer op de strijd van een individu tegen een politiek systeem dat erop is gericht de mensen er onder te houden. Ze de vrijheden waar iedereen recht op heeft te onthouden. Hopeloos ook omdat een dergelijk systeem ingebakken lijkt in het Russische staatsbestel, zowel het tsaristische, het communistische als het ‘democratische’ van vandaag de dag. Ik heb een bang vermoeden dat Navalny die strijd dan ook niet gaat winnen.

De Russische literatuur wemelt van de voorbeelden van die onderdrukking. Het bekendst is waarschijnlijk Aleksandr Solzjenitsyn, die met zijn boeken over de Goelag Archipel zelfs de Nobelprijs in de wacht sleepte. Maar er zijn ook heel veel minder bekende verslagen. De Engelse historicus Orlando Figes ontdekte in 2007 zo’n geschiedenis, die hij bewerkte tot het indrukwekkende ‘Just Send Me Word’, in het Nederlands vertaald als ‘Schrijf je me?’.

We spreken Moskou, 1935. Twee jonge mensen met een passie voor techniek doen hun universitaire toelatingsexamen aan de faculteit voor natuurkunde. Hij is Lev Mishchenko, zij heet Svetlana Ivanova. Ze worden toegelaten, leren elkaar kennen en worden verliefd. Zij komt uit een gegoede familie van intellectuelen, bolsjewieken van het eerste uur. Zijn achtergrond is een arbeidersmilieu, maar zijn naaste familie leeft niet meer. Tijdens de studiejaren wordt hun band steeds hechter.

Wanneer de Duitse troepen in 1941 Rusland binnenvallen, meldt Lev zich direct aan voor het leger. Al na enkele maanden wordt hij door de Duitsers gevangen genomen. Hij brengt de oorlog door als krijgsgevangene, in een kamp in de buurt van Leipzig. Omdat hij goed Duits spreekt, proberen de Duitsers hem te ronselen voor spionage, maar hij weigert dat. Wel fungeert hij af en toe als tolk tussen zijn Russische medegevangenen en de kampleiding. Wanneer de Russen het kamp in 1945 bevrijden, begint voor hem pas de echte ellende. Vanwege zijn werk als tolk wordt hij beschuldigd van hoogverraad. Na eindeloze verhoren en een schijnproces wordt hij veroordeeld tot tien jaar strafkamp. Door te brengen in het kamp Pechora, in het hoge noorden van Rusland.

Pechora ligt aan een rivier. In de drie tot vijf maanden per jaar dat de rivier niet is dichtgevroren wordt over het water hout aangevoerd, dat in het kamp wordt verwerkt tot meubilair. De eerste maanden van zijn verblijf is Lev ingedeeld bij de ploegen die de boomstammen uit de rivier halen en naar de zagerij slepen. Daarna wordt hij vanwege zijn technische opleiding achtereenvolgens tewerkgesteld in het laboratorium en de elektriciteitscentrale. Dat heeft het voordeel dat hij overdag in een verwarmde omgeving werkt, in de Siberische kou de beste garantie om het verblijf in het kamp te overleven. Het regime is streng, de kampbewakers slaan soms een gevangene dood omdat ze zin hebben in een verzetje, medische zorg is er vrijwel niet en het voedsel is uitermate slecht. Het sterftecijfer onder de gevangenen is dan ook hoog.

Een paar maanden nadat hij in het kamp is gearriveerd schrijft Lev een brief aan een tante van wie hij het adres nog weet. Om voor het eerst in vijf jaar te melden dat hij nog in leven is, maar ook – en vooral – om te informeren of Svetlana nog leeft. En om, zonder dat specifiek te vragen, erachter te komen of ze nog op hem wacht of intussen misschien een andere man heeft gevonden. Svetlana, die vijf jaar lang is blijven hopen dat hij zou terugkeren, schrijft hem direct terug. Dat is het begin van een briefwisseling die ruim 1.500 brieven zal opleveren.

Hun correspondentie, die begint in juni 1946 en eindigt kort voor Levs vrijlating in juli 1954, vormt de kern van het boek. Lev beschrijft in zijn brieven het harde leven in het kamp, de vernederingen die hij ondergaat, soms zijn wanhoop over de vraag of hij ooit nog vrijkomt. Svetlana’s brieven zijn vaak persoonlijker. Zij verlangt naar hem. In de jaren dat hij in Pechora gevangen zit brengt zij hem vijf keer een bezoek, daarvoor vaak duizenden kilometers reizend per trein, soms zonder de vereiste papieren dus illegaal. Omdat zij als wetenschapper werkt op een instituut dat ‘staatsgeheim’ onderzoek doet naar rubber riskeert zij daarmee een zware straf wanneer zij zou worden ontdekt. Maar dat risico heeft zij over voor de – soms maar heel weinige – uren met haar man.

De brieven vormen een indrukwekkend monument. Enerzijds voor de mannen die terecht of onterecht in Stalins kampen terechtkwamen. De kampen waarin het leven meedogenloos kon zijn en waarin je als gevangene niet meer dan een nummer was. De brieven zijn anderzijds ook een prachtige weerslag van de liefde tussen twee mensen. Die, letterlijk vermalen door het politieke systeem, zichzelf wisten te blijven, hun waardigheid behielden en hun liefde als het belangrijkste op de wereld bleven beschouwen.

Orlando Figes ontdekte de brieven in 2007, kort nadat Lev en Svetlana ze aan het Moskouse Memorial Archief schonken. Gegrepen door hun inhoud begon hij aan zijn boek, en reisde in 2008 naar Moskou waar hij zelfs nog met het paar sprak in hun bescheiden flatje. Het verslag daarvan is een mooie afronding van een ontroerend verhaal.

Orlando Figes / ‘Just Send Me Word. A True Story of Love and Survival in the Gulag’, vertaald als ‘Schrijf je me?’ / 384 blz / Nieuw Amsterdam, 2012

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter