Er zijn van die beelden in de geschiedenis van de westerse kunst die een universele bekendheid genieten. Objecten waarvan heel veel mensen wel eens een afbeelding hebben gezien, of het origineel, en dat beeld bewust of onbewust voor altijd hebben opgeslagen. Da Vinci’s ‘Mona Lisa’ is waarschijnlijk het ultieme voorbeeld, Vermeers ‘Meisje met de parel’ zal daar weinig voor onderdoen. Maar ook beide schilderijen die hierboven zijn afgebeeld scoren hoog. Ze zijn van de Duitse schilder Caspar David Friedrich (1774-1840). De vraag waarom deze schilderijen zoveel mensen aanspreken is moeilijk in het algemeen te beantwoorden, dat zal voor iedereen iets anders zijn. Maar het gegeven dat Da Vinci zijn model een lichte glimlach heeft meegegeven, dat Vermeers Meisje haar hoofd draait om de beschouwer aan te kijken en dat Friedrich, met name bij ‘Wanderer über dem Nebelmeer’ de wandelaar die vanaf de bergtop op de wolkenzee neerkijkt, heeft gekozen voor een ongewone en uitdagende compositie met een frontaal rugaanzicht, zal meespelen.
Een dergelijke gedachtegang of argumentatie is natuurlijk een beetje kunstgeschiedenis van de koude grond. We zijn er immers voor opgeleid om zaken specifieker en het liefst aantoonbaar te benoemen. Maar de beeldende kunst laat dat lang niet altijd toe, je kan er meestal niet de methoden van de exacte wetenschap op toepassen. Dat is precies wat de Duitse kunsthistoricus Florian Illies zich heeft gerealiseerd, en vervolgens als uitgangspunt heeft genomen voor een wonderlijk maar uiterst onderhoudend boekje over Caspar David Friedrich.
Friedrich is een kunstenaar die er enige tijd over heeft gedaan om zijn eigen stijl te vinden. Als jongeman legde hij zich vooral toe op tekenen en etsen, pas omstreeks zijn dertigste zie je de schilderkunst belangrijker voor hem worden. Maar dan is het meteen ook goed raak. De stemmingsvolle, veelal lege landschappen die hij instuurt voor de jaarlijkse tentoonstellingen in Berlijn en andere grote Duitse steden vallen in de smaak maar zijn ook aanleiding tot discussies onder critici. Betere promotie kun je niet hebben. Tegenstanders van zijn werk betogen dat Friedrich zijn landschappen een ‘ziel’ meegeeft, dat hij probeert met die werken bij de beschouwer een gevoel over te brengen en dat aspect hoger stelt dan het weergeven van het landschap als een schepping Gods. Daarmee hebben ze een punt, ofschoon ze zo ontkennen dat die werken in de eerste plaats een heel persoonlijke vernieuwing van het landschap in de kunst zijn.
‘Betoverende stilte’ is beslist geen reguliere biografie. Dat kan je al enigszins afleiden aan de ondertitel, ‘Caspar David Friedrichs reis door de tijd’. En wie het boek openslaat vindt zichzelf in een verhaal dat is opgehangen aan de vier elementen: Vuur, water, aarde en lucht. Wat de zin daarvan is? Dat vroeg ik me het eerste half uur ook af, maar Illies is een begenadigd schrijver en sleept je vrij snel zijn verhaal in.
Die thematische indeling in vier grote hoofdstukken leidt vanzelfsprekend tot een zekere versnippering, maar heeft ook een positieve kant: de structuur van de tekst krijgt iets vrijblijvends, Illies doseert zijn informatie en inzichten als de spreekwoordelijke krenten in de pap, iedere paar bladzijden krijg je iets nieuws opgedist. In het hoofdstuk ‘Vuur’ bijvoorbeeld vertelt hij over een lange rij branden waarbij door de jaren heen werk van Friedrich verloren is gegaan. In ‘Water’ lees je onder andere over Friedrichs passie voor zeilen. De omslag van het boek toont Friedrich en zijn jonge bruid, zeilend in de buurt van Rügen tijdens hun huwelijksreis. En zo ook voor de andere twee elementen, het geheel gelardeerd met feitjes en andere wetenswaardigheden over Friedrich loopbaan en zijn soms problematische geestesgesteldheid. Het is allemaal heel anekdotisch. Jaren geleden heb ik eens een tentoonstellingscatalogus over Friedrich van begin tot eind doorgenomen, wat toch ook een publieksgerichte publicatie is, maar met ‘Betoverende stilte’ presenteert Illies hier echt wel de ultieme light-versie van het verhaal.
Met de perioden van succes die Friedrich tijdens zijn leven meemaakte was het na zijn dood in 1840 snel gedaan. De man werd vergeten, zijn werk raakte zoek. Hij werd samen met de Romantiek in die jaren al snel heel ‘muf’ gevonden. Pas omstreeks 1900 was er sprake van een voorzichtige herwaardering. Conservatoren gingen op zoek naar de vermiste werken, musea kochten die voor veel geld aan. Het spectrum van liefhebbers was breed: van Adolf Hitler tot Walt Disney. Voor de eerste was de geschilderde wereld van Friedrich een oerversie van de Duitse natie, terwijl Disney tijdens een bezoek aan Duitsland omstreeks het midden van de jaren dertig betoverd werd door Friedrichs landschappen. Hij kocht alle boeken en afbeeldingen die hij erover kon vinden en gaf zijn tekenaars de opdracht om hertjes alleen nog maar door landschappen van Friedrich te laten dartelen. Dat de studio de opdracht van de baas had begrepen zie je terug in het enkele jaren later verschenen ‘Bambi’.
Het lezen van zo’n luchtig boekje, wat ik toch wel met plezier heb gedaan, doet je ook realiseren dat de serieuze geschiedenis van de kunst wordt geschreven na degelijk onderzoek, door kunsthistorici die over een visie beschikken. De Amerikaan Robert Rosenblum (1927-2006) was zo iemand. In 1973 publiceerde hij een invloedrijk boek, ‘Modern Painting and the Northern Romantic Tradition: Friedrich to Rothko’. Zo’n studie waarin heel veel op z’n plaats valt. Rosenblum zag Friedrich als een ‘founding father’ van de moderne schilderkunst en plaatste diens – in zijn ogen – belangrijkste schilderij op de omslag van zijn boek. ‘Der Mönch am Meer’ is een groot werk en toont een staande monnik, aan de oever van een zee, op de rug gezien. Het concept is in zekere zin gelijk aan dat van de ‘Wanderer’ op de bergtop, bovenaan dit blogje, alleen kijken we nu naar een wereld die guur oogt. De betekenis? Die geeft nog steeds aanleiding voor discussie. Maar betwist wordt het belang van de maker niet meer, die staat stevig op de plek in de kunstgeschiedenis die hem toekomt.
Florian Illies / Betoverende stilte. Caspar David Friedrichs reis door de tijd / Vertaald uit het Duits ‘Zauber der Stille’ door Gerrit Bussink en Izaak Hilhorst / 236 blz / Alfabet Uitgevers, 2024.