Stempas in de hand. Paspoort in de jaszak. Op naar het stembureau. Menig inwoner nam zo woensdag deel aan het ‘feest der democratie’.
Het stembureau bevond zich in een sporthal. Midden op de lege vloer – toch al gauw zo’n 30 x 15 meter – drie personen achter twee veredelde keukentafels. Voor hen wat papieren.
Het drietal zat op een paar wrakke plastieken kuipstoeltjes. Op enkele meters afstand een paar grijze rechtopstaande panelen. De zogenaamde stemhokjes. Twee aan elkaar verbonden met een open voorkant. Binnenin, op borsthoogte een witte plank met daarop een rood potlood. Een bouwpakket van Karwei belandt plots in de categorie ‘luxe’.
Privacy bij het stemmen? Vergeet het maar. Stoeltjes voor wachten, bejaarden, minder validen? Nergens te vinden. Een plek om je natte paraplu te ‘stallen’? No show. De hal is koud en kil. ‘Feest der democratie’? Laat me niet lachen. Je krijgt eerder het gevoel dat het je kwalijk wordt genomen dat je je gezicht laat zien.
Voor de drie ‘officials’ zijn er ook geen voorzieningen. Geen thee, koffie of wat dan ook. Op weg naar buiten ontdek ik tussen lockers en stapels stoelen een afgebladderde wc-deur. Ik heb de inrichting maar niet geïnspecteerd.
De gemeente deed het met vijf stembureaus minder dan bij ‘normale’ verkiezingen. Men bezuinigde. Gezien de inrichting bij ‘mijn’ bureau zal dat niet veel aan besparing hebben opgeleverd.
En ‘mijn’ stembureau was geen uitzondering, zo leer ik. Maar het kan nog erger. Bij woonzorgcentrum De Mantel in Voorburg werd een oudere dame wier paspoort onlangs was verlopen te verstaan gegeven dat ze niet mocht stemmen. Formeel kon ze zich niet rechtsgeldig legitimeren, zo luidde de verklaring. Alsof ze ineens zoveel veranderd was in haar gezicht. De dame in kwestie verliet het stembureau in tranen. ‘Feest der democratie’, ja ja.