Wethouder Floor Kist heeft zijn uitspraak dat er te weinig geld is om de kruisingen van de N14 op het grondgebied van Leidschendam-Voorburg ongelijkvloers te maken, ingetrokken. Hij doet dat in antwoorden op vragen van VVD-raadslid Bart Eleveld.
Op 15 december 2016 verscheen er in een landelijk ochtendblad een groot stuk over de N14 en Leidsenhage. Daarin kwam ook de aanleg van de ongelijkvloerse kruisingen aan bod en de daarvoor beschikbare 63 miljoen euro.
‘Met de 63 miljoen euro die ervoor beschikbaar is, lijkt het de Leidschendam-Voorburgse wethouder Floor Kist onwaarschijnlijk dat het verkeer ondergronds gaat rijden. ,,Ondergronds bouwen is veel duurder. Hoe de kruispunten dan wél worden veranderd, is onderwerp van onderzoek begin volgend jaar door techneuten van Rijkswaterstaat”,’ aldus de krant.
In antwoord op Elevelds vragen zegt de wethouder nu: ,,Er is geen sprake van onvoldoende middelen voor het aanleggen van ongelijkvloerse kruisingen op de N14.’’ Hij verwijst naar het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
In dat MIRT is een rijksbijdrage van 448 miljoen euro opgenomen voor het project ‘A4 passage, Poorten en Inpikkers’. De N14 maakt daar deel van uit. Rijkswaterstaat is inmiddels gestart met de voorbereiding van de nadere uitwerking van het project.
Kist stelt dat hij zal aandringen op een zo goed mogelijke, verdiepte, inpassing van de kruisingen. ,,Bij het uiteindelijke ontwerp voor de kruisingen moet een balans worden gevonden tussen leefbaarheid en (lokale) bereikbaarheid. Optimale inpassing moet ervoor zorgen dat onze gemeente zo goed mogelijk aangesloten blijft op de N14 en tegelijkertijd zo min mogelijk overlast ondervindt van het verkeer’’, aldus Kist, die erop wijst dat Rijkswaterstaat uiteindelijk verantwoordelijk is.
Eerder stelde de wethouder in de gemeenteraad dat de 63 miljoen speciaal gereserveerd was voor de werken aan de N14, los van andere wegwerken. Op die stelling komt hij nu niet meer terug.