Bij het opstellen van een risicoanalyse voor de bouw van een windmolen op het CEVA-terrein aan de Westvlietweg is niet gelet op woningen in het Zeeheldenkwartier van Leidschendam-Voorburg. Dit omdat zij ‘buiten de contouren’ lagen.
Dat blijkt uit een nota van de gemeente Den Haag over de molenbouw uit april 2013. Het stuk is in handen van Vlietnieuws.nl In de gemaakte risicoanalyse voor de molen staat dat die risico’s er niet zijn.
In de Haagse nota staat verder dat de windmolen ‘geen grote mate van horizonvervuiling’ zal veroorzaken, ‘geen belemmering’ vormt voor het vrije uitzicht en ‘geen ernstige verstoring’ betekent van ‘groene doorzichten’. Er wordt gesteld dat de molen niet bij landgoed Eemwijk (Oosteinde Voorburg) ligt, 550 meter van de Vliet en buiten de zogenoemde Landgoederenzone.
Den Haag stelt ook dat het betrokken bedrijfsterrein voor 60 procent volgebouwd mocht worden tot een hoogte van vijftien meter, dit als reactie op bezwaren tegen de molen. De gemeente erkent dat de molen ‘enig geluid’ zal veroorzaken. De hinder is echter ‘acceptabel’, zo staat er te lezen.
Den Haag gaat er van uit dat de molen er 15 tot 20 jaar zal staan. Indien de eigenaar reclame op de molen wil aanbrengen zal daar een aparte aanvraag voor ingediend moeten worden.
De Wolff Nederland Windenergie vroeg op 30 november 2011 een vergunning aan om in afwijking van het bestemmingsplan de windmolen op het CEVA-terrein te kunnen neerzetten. Den Haag gaf op 23 april 2013 vergunning. Op last van de Raad van State (27 mei 2015) moest de besluitvorming deels opnieuw gedaan worden. Op 2 juli 2015 voldeed Den Haag daaraan. Dat najaar accordeerde de Raad van State de bouw.