Den Haag wil ‘een schaalsprong’ realiseren in het openbaar vervoer. De Hofstad wil daartoe een ‘metro naar zee’ aanleggen vanaf Voorburg via de Binckhorst, Den Haag Centraal, de Internationale zone, naar Scheveningen. Tussen Voorburg en Zoetermeer moet de ‘metro’ gaan aansluiten op het Randstad Railnetwerk.

Dat blijkt uit de Haagse mobiliteitsagenda van wethouder Tom de Bruijn. Het inwonersaantal van de gemeente Den Haag groeit de komende 25 jaar met zo’n 15% (50.000 tot 80.000 mensen). Dat heeft gevolgen voor de leefbaarheid in de stad en vraagt om een andere visie op het verkeers- en vervoersbeleid. Het openbaar vervoer – nu al goed voor een kwart van de verplaatsingen – moet een centrale functie krijgen bij de verplaatsingen van die mensen.

De Bruijn geeft aan dat het huidige netwerk tramlijnen in Den Haag rond 2020 tegen een capaciteitsgrens aanloopt. Bovendien moet het openbaar vervoer sneller worden. Met de ‘metro naar zee’ wil De Bruijn ook de Vlietzone gaan ontsluiten waar Den Haag in de toekomst woningbouw plant.

Bij stations en haltes van de Randstadrail moeten meer stallingen voor auto’s komen. Zo’n stalling komt er zeker bij station Forepark, station Ypenburg en station Hoornwijck, geeft De Bruijn aan.

Voor doorgaand verkeer moet er fors geïnvesteerd worden in de A4 die langs Den Haag loopt alsmede de ‘poorten en inprikkers’ vanaf die weg Den Haag in. Daarbij gaat het ook om de N14. Die moet voldoende capaciteit krijgen voor een goede doorstroming op het gebied van Leidschendam-Voorburg. Het Schenkviaduct moet een tunnel worden.

Tom de Bruijn wil verder ruim  baan geven aan het fietsgebruik. Dat moet na een stijging met 30 procent tot 2020 in de tien jaar daarna nog eens met 50 procent toenemen. Voor afstanden tot 15 kilometer moet de fiets hét vervoermiddel worden. Den Haag investeert tien miljoen euro per jaar in  fietspaden en andere voorzieningen voor de fietsers.

In een compacte en dichtbebouwde stad biedt de fiets een belangrijke kans om meer ruimte te maken voor een gezonde, verkeersveilige en aantrekkelijke buitenruimte. Volgens De Bruijn is er op het gebied van inrichting van de weg nog een flinke slag te maken. ,,Het is belangrijk dat de maat en de schaal van fietsvoorzieningen blijft meegroeien met het toenemende aantal fietsers en de steeds grotere diversiteit aan fietsen. Dat vraagt bijvoorbeeld om betere afstelling van verkeerslichten voor fietsers, om een versnelde aanleg van fietspaden en om grote en comfortabele stallingen bij stations.”

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter