Morgen is het zo ver. Dan wordt de gemeente platgelegd door de komst van 176 professionele wielrenners die onder de naam BinckBank Tour een tijdrit rijden van Voorburg naar Leidschendam en terug.
Het wielerevenement werd vorig jaar door B&W naar Leidschendam-Voorburg gehaald. Zo moest het imago van de gemeente versterkt worden, moest het Huygenskwartier gepromoot worden en zou er een economische impuls ontstaan.
Aan de organisator werd 80.000 euro betaald voor de komst van de tijdrit. De totale begroting staat nu op 290.000 euro. Daarvan moeten sponsoren 25.000 euro ophoesten. In alle berekeningen wordt rekening gehouden met een marge van tien procent. Dus 290.000 euro kan 319.000 worden.
Zo’n 3 uur lang flitsen de renners om de minuut door de straten; de laatste tien om de twee minuten. De tv – de NOS en de Vlaamse VRT voorop – tonen alleen de laatste anderhalf uur. Langs het parcours worden meer dan 10.000 mensen verwacht. Let wel, op een normale werkdag tussen half twee en half vijf ‘s middags.
Voor het festijn wordt de gemeente ‘afgesloten’. Tientallen straten zijn de hele dag onbruikbaar; er gelden parkeerverboden. Hele wijken kunnen alleen te voet of per fiets bereikt worden. Mits er gebruik gemaakt wordt van de elf oversteekplaatsen op een traject van negen kilometer.
Het busstation in Voorburg is gesloten; bussen rijden andere routes door de gemeente. Forenzen zullen problemen hebben per trein of Randstadrail naar hun werk te komen. Parkeren bij station Voorburg kan niet.
Bezoekers wordt aangeraden met het openbaar vervoer of per fiets te komen. Wie de auto pakt moet parkeren bij het ADO-stadion. Daar rijdt een bus hen naar de Vlietoevers. Vandaar af is het lopen geblazen.
De gemeente is met veel inzet schoongemaakt. Alle ongewenste grassprietjes langs het parcours zijn verdwenen, struiken gemillimeterd, bloemenperken aangeharkt. Kosten van stadsbeheer die in geen begroting te vinden zijn. Net zo min als de uitgaven voor het maken, plaatsen en weer weghalen van alle verkeersborden.
Zou dit alles het imago van de gemeente ten goede komen? In alle publicaties over de BB Tour wordt alleen maar gesproken over Voorburg. Dat schiet lekker op. Misschien dat de pers zo aardig wil zijn om Leidschendam-Voorburg te noemen. Of op te schrijven. Maar blijft dat hangen bij kijkers, luisteraars of lezers?
De promotie van het Huygenskwartier dan. Start en finish zijn daar niet eens maar op de Prinses Mariannelaan. En de wielrenners gieren op hoge snelheid langs dat Kwartier: over de vrij anonieme Parkweg. Van het échte Huygenskwartier is dus niets te zien. Het is bovendien op deze dag vrijwel onbereikbaar. Vanwege de koers, weet u wel.
Dat laatste, de onbereikbaarheid, nekt ook de economische impuls van de BB Tour. De VIP’s en andere bobo’s (waaronder ook B&W, talrijke gemeenteraadsleden en topambtenaren), eten en drinken gratis. En behalve het Huygenskwartier is ook het Damcentrum in Leidschendam wegens het wielercircus grotendeels ontoegankelijk.
Of moet de impuls verwacht worden van wielerliefhebbers die bij het lezen, horen of zien van de naam Voorburg, of wellicht Leidschendam-Voorburg, spontaan besluiten daar eens een kijkje te gaan nemen? Zeg een Limburger of een West-Vlaming.
Dat lijkt niet echt waarschijnlijk. Tenzij alle heil verwacht wordt van mooie tv-beelden die de schoonheid van Leidschendam-Voorburg moeten tonen. Maar komen die er wel? De cameraploegen rijden immers met de renners mee. De lenzen zijn op hen en de weg gericht. Met hoogstens af en toe een shot van het publiek langs de kant.
Zelfs op een markante plek als de Sluis in Leidschendam zal dat niet veel anders zijn. En of het Raadhuis – waar de renners een speciaal stukje voor omrijden – nu zo boeiend is?
De wielercircus trekt na een dag door naar het Belgische Blankenberghe. En wat zal het de inwoners van Leidschendam-Voorburg – op de wielerliefhebbers na – dan hebben opgeleverd? Veel afzien, om in wielertermen te blijven.
