Acht tot negen procent van de omwonenden van een windturbine ondervinden ernstige hinder. Dat percentage kan echter per situatie verschillen.
Dat staat in het Kennisbericht geluid windturbines uit 2015. Destijds zond minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en milieu) het aan de Tweede Kamer.
Dat het percentage kan verschillen komt door andere geluiden uit de omgeving, de mening over windenergie, het zicht op een windturbine, en het vertrouwen in overheidsinstanties.
Het stuk is actueel gezien de windmolen aan de A4, op het CEVA-terrein, en de protesten van inwoners van het Zeeheldenkwartier.
Als een windturbine er éénmaal staat is regulier overleg met omwonenden nodig. Om een beter beeld te geven van het te verwachten geluid zou een weerbericht op 100 meter hoogte verspreid moeten worden.
Maatregelen om de geluidproductie van de turbine terug te dringen zijn ook te overwegen. Te denken valt dan aan minder draaien van de molen en/of geluidvoorzieningen aan de wieken.
In het Kennisbericht staat te lezen dat effecten op de gezondheid van omwonenden door laagfrequent geluid van de turbine, niet aangetoond zijn. Desondanks claimen omwonenden die effecten wel.
Het is niet uitgesloten dat die klachten terecht zijn, wordt in het Kennisbericht gesteld. Daarbij spelen echter ook andere factoren een rol zoals slagschaduw, de wijze waarop het windproject tot stand kwam en de verdeling van kosten en baten.
Van belang is bij elk windproject omwonenden in een vroeg stadium bij het project te betrekken en te informeren, aldus het Kennisbericht.