De gemeente is jaarlijks 3,5 miljoen euro kwijt aan het in stand houden van gemeentelijk onroerend goed. Bovendien krijgt de gemeente veelal helemaal geen huur. Dat blijkt uit een onderzoek dat B&W hebben laten doen door Thorbecke adviseurs en Hanze kenniscentra.

Het gaat om 179 objecten waarvan de gemeente in 119 gevallen volledig eigenaar is. In de overige gevallen is men ‘economisch eigenaar’. Dat betreft vooral onderwijsgebouwen. Maar negen procent van alle onroerend goed – 16 gebouwen – gebruikt de gemeente zelf. Achttien procent – 32 objecten – verhuurt de gemeente. De rest staat te boek als ‘beleidsondersteunend en onderwijs’.

Bij de 119 objecten waarvan de gemeente volledig eigenaar is wordt in 62 gevallen helemaal geen huur ontvangen. In zes gevallen is de huur 0 euro. In één geval is  er sprake van uitgifte in bruikleen. In een groot aantal gevallen wordt er voor de belastingen ook geen boekwaarde voor de objecten berekend.

Volgens de onderzoekers is de gemeente ondoelmatig en niet doeltreffend bezig met het onroerend goed. Kennis wordt niet optimaal ingezet; er is geen koppeling tussen bezit van onroerend goed en beleidsafdeling; de administratie is slecht. Op  welke basis er huur wordt berekend is onduidelijk. Veel huurcontracten zijn verouderd. In plaats van kostendekkende huur wordt een maatschappelijk huur gevraagd.

In een reactie laat wethouder Bianca Bremer weten dat het beleid om gemeentelijk onroerend goed af te stoten wordt geïntensiveerd, nu de markt aantrekt. Een kostendekkende huur gaat zij niet invoeren omdat de gebruikers die niet kunnen betalen en er dan toch weer subsidie van de gemeente nodig zou zijn.

Enkele jaren geleden ontdekte de gemeente dat men al jaren eigenaar was van het clubhuis van de vv Wilhelmus terwijl men dat niet wist. Wethouder Nadine Stemerdink gelaste toen een onderzoek naar het gemeentelijke onroerend goed op zoek naar soortgelijke gevallen. Dat speurwerk leverde echter niets op, zo liet een woordvoerster van het Raadhuis onlangs nog weten.