De zeven partijen die meedoen aan de gemeenteraadsverkiezing van 21 maart hebben allemaal een fraai programma gepresenteerd voor de periode 2018 – 2022. Pagina’s vol met ideeën, plannen, voorstellen. Niks mis mee. Enig probleem vormt de financiering van al dat moois.
In de landelijke politiek is het gebruikelijk dat partijen de denkbeelden uit hun verkiezingsprogramma laten doorrekenen door het Centraal planbureau. Dan gaat het niet alleen om kosten en opbrengsten maar ook om het effect op andere terreinen, op de portemonnee van de mensen en welke groepen ermee geholpen, dan wel door getroffen worden.
Zo niet bij een gemeenteraadsverkiezing. Hierbij moet de kiezer/inwoner maar afwachten. Toen begin 2015 de coalitie GBLV, D66, PvdA en GroenLinks aantrad presenteerde men een akkoord over de titel ‘Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij’. Daarin stonden extra uitgaven van 2,5 miljoen euro ten opzichte van de deal die GBLV, VVD en D66 begin 2014 sloten.
Hoe dit 2,5 miljoen euro gedekt werd, liet de nieuwe combinatie in het midden. Al werkende weg zou men dat wel vinden, zo luidde de veronderstelling. Inmiddels is bekend dat het kwartet veelvuldig gebruik gemaakt heeft van de financiële reserves van de gemeente om de eigen uitgaven en financiële tegenvallers mee te dekken.
Terug naar de verkiezingsprogramma’s. Alle partijen willen investeren in duurzaamheid, zorg (ouderen, jeugd, armoedebestrijding), onderwijs, werkgelegenheid, woningbouw en bereikbaarheid. Tegelijk wordt er gerept over lagere lasten: onroerendzaak belasting (ozb) en afvalstoffenheffing.
Het pallet bij de financiering van dit alles loopt uiteen van geld uitgeven (GBLV) tot bezuinigen (VVD) met de rest daar tussen in. GBLV wil blijvende overschotten op de gemeentelijke begroting gaan gebruiken om het beleid te financieren net als overschotten bij de gemeentelijke financiële reserves.
De VVD daarentegen wil de gemeentelijke uitgaven herijken en het gemeentelijke apparaat kleiner maken, mede door efficiënter te gaan werken. Er kan wat de liberalen betreft gekort worden op subsidies (vooral milieusteun), bijstand (als men het Nederlands niet beheerst dan geen uitkering meer) en zorg (eigen bijdrage).
Het CDA wil een rem op de gemeentelijke uitgaven. Een plan waar geen geld voor is mag niet worden uitgevoerd. Subsidies moeten tijdelijk zijn. Wie bijstand krijgt moet lessen Nederlands volgen. D66 wil de gemeentelijke uitgaven versoberen en subsidies koppelen aan te behalen resultaten.
ChristenUnie-SGP pleit voor een grotere efficiëntie bij de gemeente. Op prestigeprojecten (BinckBank Tour) moet bezuinigd worden net als bij de inhuur van externe adviseurs en bureau’s. Subsidies worden niet meer verleend als de beoogde ontvanger het project of de activiteit ook met privaat geld kan uitvoeren.
De PvdA meldt niets over de financiering van de eigen voornemens anders dan dat men de opbrengst uit de verkoop van gemeentelijke aandelen in energiereus Eneco wil gaan besteden aan een betere bereikbaarheid van de gemeente en duurzaamheid.
GroenLinks dan. Die partij claimt dat de gemeente geld genoeg heeft. In 2016 werd er 8,5 miljoen euro op de begroting overgehouden en de reserves zijn omvangrijk. Daarnaast pleit de partij voor hogere inkomsten van de gemeente door lastenverhoging en lastenverschuiving van arm naar rijk.
Zoals gezegd, echt concreet wordt het nergens. In het akkoord van GBLV, VVD en D66 uit 2014 ging het om uitgaven van 5,6 miljoen euro extra voor nieuw beleid over de jaren 2015-2018. Met PvdA en GroenLinks erbij planden GBLV en D66 8,1 miljoen euro aan extra uitgaven voor dezelfde periode. Wie er straks ook B&W mogen gaan vormen, het zal vast wel weer meer worden. Gedekt of ongedekt.
En dan te bedenken dat in de concept-begroting voor 2018 al tegenvallers van zo’n 5,8 miljoen euro zijn weggewerkt en er sinds eind 2017 nieuw tegenvallers van 5 tot 10 miljoen euro bij zijn gekomen.