Het Voorburgse Museum Swaensteyn is al enkele jaren in gesprek met de gemeente over het plan om het museum te laten verhuizen naar het complex Huize Swaensteyn, aan de overzijde van de Herenstraat. Dat idee is in 2015 gelanceerd  door de directie van het museum tijdens het  vooronderzoek voor de zogenoemde ‘pandenschuif’. Voorwaarde was tot nu toe dat het uitsluitend mogelijk zou zijn indien de gemeenteraad besloot naar een andere locatie te verhuizen en de economische haalbaarheid voor het museum aangetoond kon worden. Het museum lanceert nu echter een variant waarin de gemeenteraad in het complex Huize Swaensteyn kan blijven in een nieuw te bouwen, grotere raadzaal.

Het museumbestuur wil terug naar Huize Swaensteyn, de plek waar het museum omstreeks 1960 is opgericht. Het is het indrukwekkendste gebouw in de Herenstraat en een historisch complex waar het museum ‘uit de voeten’ zou kunnen. De huidige raadzaal, gebouwd in de jaren ’70 voor de raad van de gemeente Voorburg, is als onwerkbaar bestempeld. Die zaal kan worden vervangen door een nieuw bouwdeel, bestaande uit een begane grond en een verdieping.

Op de begane grond krijgt het museum een mooie grote ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen, op de eerste verdieping komt dan een grote raadzaal. In de huidige portiersloge komt een lift die toegang geeft tot de raadzaal en het historische deel van het complex, waar de permanente collectie van het museum wordt getoond. Een glazen overkapping van de huidige binnenplaats zou de gebruiksruimte van het complex fors vergroten. De overige functies die de raad tijdens haar vergaderingen wil kunnen uitvoeren krijgen ook een plek in het complex.

Drijvende kracht achter deze variant is Wang Choy, bestuursvoorzitter van het museum. ,,In 2014 was het museum op sterven na dood. Veertig procent subsidiebezuinigingen, het pand onverstandig verbouwd en al het personeel ontslagen. Door een driejarige steun van Fonds 1818 is voorkomen dat het museum ten onder ging, en intussen is er hard gewerkt aan een toekomstvisie. Die ligt er nu. Daarnaast is een organisatorische én inhoudelijke samenwerking met Huygens’ Hofwijck tot stand gekomen, onlangs bekrachtigd door een samenwerkingsovereenkomst.”

Die samenwerking met Huygens’ Hofwijck en een verhuizing naar Huize Swaensteyn biedt beide musea de mogelijkheid tentoonstellingen grootschaliger op te zetten, met meer en belangrijker bruiklenen. Dat komt de tentoonstellingen ten goede en zal leiden tot meer bezoek,  waar ook het Huygenskwartier  profijt van kan hebben. Choy: ,,In Voorburg, Leidschendam en Stompwijk liggen de verhalen voor het oprapen. Denk aan de  Romeinen, Constantijn en Christiaan Huygens, Spinoza en Prinses Marianne, de Lady Di van de 19e-eeuw. Al die verhalen vormen de basis van mooie tentoonstellingen. Met Huygens’ Hofwijck is een reeks van jaarlijkse Constantijn- en Christiaan tentoonstellingen in de planning gezet, die zowel in Hofwijck als in Swaensteyn zullen worden getoond.”

Museum Swaensteyn ontving in 2014 ongeveer 3.500 bezoekers. In 2017 waren dat er 8.500. In potentie is er in dit gebied in veel meer mogelijk. Choy gelooft dat een getal van 40.000 bezoekers realiteit kan worden: ,,Dat is alleen mogelijk als we samen met Hofwijck, spraakmakende tentoonstellingen kunnen maken. In een tentoonstellingsruimte die daarvoor geoutilleerd is.”

Een verhuizing van Museum Swaensteyn en kunstenaarsvereniging ArtiBrak naar huize Swaensteyn maakt het mogelijk de twee gemeentelijke panden waarin de instellingen nu zijn gehuisvest te verkopen. Dat sluit niet alleen aan bij het gemeentelijke beleid, maar levert ook de financiën op om de bouw van een nieuwe raadzaal en tentoonstellingszaal mede mogelijk te maken. Museum Swaensteyn ziet voor zichzelf de taak de museale herinrichting via fondsenwerving te financieren.

Op de foto een Impressie van het complex Huize Swaensteyn met de mogelijke nieuwe raadzaal en tentoonstellingszaal (foto: RPHS architecten).

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter