De gemeenten in Nederland, waaronder Leidschendam-Voorburg, houden dit jaar geld over aan de uitkering van het rijk voor bijstandsuitkeringen en andere inkomensvoorzieningen voor hun inwoners (BUIG). Het gaat om een bedrag van 100 tot 160 miljoen euro.

Dat heeft minister Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken) de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) laten weten. Leidschendam-Voorburg claimt al jaren, en ook dit jaar, fors te kort te komen uit de BUIG-gelden van het rijk.

De minister zegt in de BUIG-uitkering de noden van statushouders (asielzoekers die mogen blijven en door gemeenten moeten worden gehuisvest) mee te nemen. Dit jaar krijgen de gemeenten zo 118 miljoen euro extra, komend jaar 67 miljoen.

Met die extra uitkeringen zijn tekorten die de gemeenten uit de BUIG claimden over 2016 en 2017 opgevangen, aldus Ollongren. Over het verleden hoeft dus niet meer gesproken te worden. Zij wijst er verder op dat de gemeenten, op basis van een raming van het Centraal Planbureau, al 180 miljoen euro te veel krijgen over de jaren 2018-2019.

Voor kwetsbare groepen werklozen krijgen de gemeenten komend jaar 107 miljoen euro extra. In de jaren daarna is dat nog maar 17 miljoen euro.

De VNG heeft al laten weten geen streep te willen zetten onder het verleden en de tekorten die de gemeenten toen op de BUIG hebben ondervonden en dus zelf hebben moeten opvangen.