Oud-wethouder Floor Kist schrijft columns over ‘smart cities’. Het gebruik van technologie, internet en data om maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen. Of het nu gaat om zorg, onderwijs, verkeer, wonen, luchtkwaliteit er komen steeds meer technologische aanpakken op ons af. In deze columns wil hij u graag meenemen in de mogelijkheden, wenselijkheden en onwenselijkheden van dit soort ontwikkelingen. Dan kunnen we daar met z’n allen een goed gesprek over voeren, voordat het ons gewoon overkomt.
,,Smartcityconcepten maken meestal gebruik van technologie, internet en data. Maar ze maken ook gewoon gebruik van slimme concepten om meerdere vraagstukken tegelijk aan te pakken. In deze column neem ik u mee in de mogelijkheden van daken.
Ruim de helft van de daken is plat en biedt mogelijkheden voor wateropvang, vergroening, natuurlijke koeling, stadslandbouw en energieopwekking. Zonnepanelen zijn op dit moment de meest voorkomende toevoeging aan daken – al is het soms een lelijk gezicht. Langzaamaan bieden leveranciers meerdere versies van zonnepanelen omdat het oog ook wat wil. Maar daar is nog wel terrein te winnen. Zelf energie opwekken rendeert meestal binnen een aantal jaar.
Groene daken komen veel minder voor. Maar de waarde van groene daken wordt steeds verder ontdekt. Om te beginnen met temperatuur. In dichtbebouwde gebieden kan, bij extreem weer, het temperatuurverschil met landelijke gebieden oplopen tot 7˚C. Dat heet het Urban Heat Island-effect. Meer groen helpt de temperatuur te verlagen. Omdat het een dichtbebouwd gebied is, is het aanleggen van parken minder vanzelfsprekend. Groene daken kunnen dan uitkomst bieden. Een studie van de Universiteit van Moratuwa, Sri Lanka, geeft aan dat met groene daken een verlaging van 1,5˚C mogelijk is.
Hevige regens wisselen af met langere periodes van droogte. Hierbij is wel opvallend dat de gevolgen van wateroverlast bekender zijn, dan die van langdurige droogte. Wateroverlast en droogte zijn herkenbare problemen. Ter illustratie: verzekeraars keerden in 2014 zo’n 90 miljoen euro uit voor regenschade en investeringen door gemeenten om o.a. regenwateroverlast tegen te gaan, stegen van 200 miljoen euro in 2014 naar 225 miljoen euro in 2015. Dit staat zelfs nog los van de standaard rioleringsvervangingskosten.
Naast andere maatregelen als waterpleinen zoals in Rotterdam, bieden groene daken allemaal kleine waterbergingen. Het Dakpark Vivaldi in Amsterdam, Dakakker in Rotterdam, Dakwatertuin WTC in Den Haag, Daktuin Alphatoren in Leiden, Fieldlab Civiel in Delft en Dakpark Spinozalaan in Leidschendam-Voorburg zijn voorbeelden van waterberging in steden.
In 2017 installeerde de Universiteit Leuven het eerste intelligente groendak in Antwerpen. Op basis van de weersvoorspelling beslist het computergestuurde dak om water op te slaan of af te voeren naar de riolering. Zo verkleint de kans op wateroverlast. Waterberging op daken alleen is niet voldoen, tenzij deze op grotere schaal ingezet wordt. Maar het is wel meer dan een druppel op een gloeiende plaat.
Meer groen in de steden filtert de lucht beter. Dus ook groene daken helpen daaraan mee, zij het in hele beperkte mate. Groene daken helpen vooral als het er veel zijn. In Leidschendam-Voorburg is de helft van de woningen hoogbouw. Hoogbouw heeft vaker platte daken. Dus het moet mogelijk zijn dat de helft van de daken groen kunnen worden.
Eén van de leukste ontwikkelingen is stadstuinbouw. Soms heet het stadslandbouw, maar omdat daken niet zo handig zijn om dieren te houden, is stadstuinbouw een beter woord. Volgens een onderzoek in Bologna, Italië, zou stadstuinbouw kunnen voorzien in driekwart van de consumptie van groente in een stad.
Als alle groene daken in de stad gebruikt zouden worden, dan levert dat 12.500 ton groente per jaar op. In 2012 startte in Zuidpark, Amsterdam een van de grootste dakboerderijen van Europa. Op het 3.000m2 grote dak is 200.000 liter tuinaarde opgebracht en in bakken worden meer dan 50 soorten groeten, kruiden en klein fruit verbouwd. De groenten die de gebruikers van het gebouw Zuidpark op het dak zien groeien, liggen later in de (bedrijfs)restaurants op hun bord. Verse, biologische en duurzame producten van eigen dak. Het onderhoud van de dakmoestuin ligt bij bewoners en gebruikers. Zij worden daarin ondersteund door werkloze jongeren.
Wie had gedacht dat ‘een dak boven je hoofd’zoveel nieuwe mogelijkheden biedt. Het is nu wachten op de bedrijven die aanbellen en vragen of ze je dak mogen huren.”
(Floor Kist)