Vroeg in de jaren dertig bestelde Constantijn Huygens bij Rembrandt, voor de appartementen in Het Stadhouderlijk Kwartier, twee bijbelse voorstellingen: Een Kruisoprichting en een Kruisafname. Na ontvangst daarvan bestelde Frederik Hendrik zélf nog drie extra schilderijen: Een Graflegging, een Opstanding en een Hemelvaart. Dat is de reeks die wij nu kennen als de Passiereeks.
Maar na die tweede bestelling ging het mis. Rembrandt schakelde terug naar de laagste versnelling en leverde drie jaar lang niets af. De reden? Hij was verhuisd naar Amsterdam, had kort na zijn aankomst de Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp geschilderd en opeens was hij de meest gevraagde portrettist van Amsterdam. Hij had het te druk, en had het geld uit Den Haag ook even niet meer nodig.
Maar toen gebeurde er iets opmerkelijks. Constantijn moet Rembrandt op enige manier hebben laten weten dat het wel érg lang duurde, want Rembrandt schreef hem een brief. In 1636. Met de boodschap dat hij hard aan het werk was. Dat een van de bestelde schilderijen inmiddels voltooid was, en de andere twee half af. Maar ondanks de goede bedoelingen vlotte het werk ook daarna niet echt. Daarom werd de briefwisseling hervat in 1639, toen Frederik Hendrik nog steeds wachtte op de laatste twee schilderijen. En één van Rembrandts brieven uit dat jaar, de allermooiste uit de reeks van in totaal zeven brieven, ligt in Den Haag, in het Koninklijk Huisarchief. Dat staat in de tuin van Paleis Noordeinde.
Waarom is dit de mooiste brief? Om twee redenen.
Ten eerste omdat Rembrandt erin aan Constantijn uitlegt dat de vertraging in de oplevering van de schilderijen niet werd veroorzaakt door drukte, maar dat het een artistieke oorzaak had. Rembrandt wilde in die voorstellingen “die meeste ende natuereelste beweechlickeyt” tot stand brengen. Dat is 17de -eeuws voor de meest intense en overtuigende gemoedsuitdrukking van de afgebeelde personen. Die vijf woorden zijn de enige woorden die wij van Rembrandt bezitten over zijn eigen kunstenaarschap. Ze worden beschouwd als zijn artistieke credo.
Daarnaast biedt Rembrandt Constantijn in de brief een schilderij aan, als geschenk. Als pleister op de wonde voor alle vertraging. Een schilderij van maar liefst 2 bij 3 meter. Een van de mooiste en indrukwekkendste schilderijen die hij ooit zou maken. Maar daarover later meer.
In het depot van het Koninklijk Huisarchief mochten wij voor onze documentaire de kwetsbare brief filmen en erover vertellen. En bevonden ons als het ware in het hart van de relatie tussen Constantijn en Rembrandt.
(Peter van der Ploeg)