Lunchen op het terras van een kledingwinkel; een boek of mok kopen kop bij de koffiebar of de ingrediënten van je gerecht kopen bij je favoriete restaurant. In Leidschendam-Voorburg is dit nu beperkt toegestaan. Als het aan D66 ligt moeten de bestaande regels die het mengen van detailhandel en horeca (het zogenoemde blurring) reguleren waar mogelijk worden verruimd.
Ondanks de economische groei staan de bezoekersaantallen van winkelgebieden in Nederland al jaren onder druk met een steeds grotere kans op faillissementen en leegstand als gevolg. Het toenemend aantal internetaankopen is hier een belangrijke oorzaak van. Uit de Detailhandel- en Horecastructuurvisie die onlangs in de gemeenteraad werd besproken bleek dit ook in onze gemeente het geval.
De grenzen tussen detailhandel, horeca, kunst, cultuur en wonen vervagen steeds meer. Landelijk proberen gemeenten met het toestaan van functiemenging meer winkelbeleving te stimuleren en ondernemers meer ruimte te bieden om in te spelen op de behoeften van hun publiek.
Met het huidige beleid is het voor detailhandel-ondernemers in onze gemeente mogelijk om maximaal 30% van het totale vloeroppervlak in te richten met ondersteunde horeca zolang dit niet meer dan 20m2 bedraagt. Als het aan D66 ligt worden deze normen verruimd. ,,Het doel van het verruimen van de huidige regels is te bekijken waar we ondernemers nog beter kunnen faciliteren om in te spelen op behoeften van hun doelgroep”, aldus gemeenteraadslid Mahjoub Mathlouti.
D66 vindt dat B&W wel goed moeten kijken naar eventuele negatieve effecten. Mathlouti: ,,Het moet bijvoorbeeld oneerlijke concurrentie niet in de hand helpen maar een middel zijn om groei te faciliteren. Er zijn gemeenten die de regels voor functiemenging om die reden per winkelgebied of -straat toepassen in plaats van dezelfde regels in de gehele gemeente. Dit kan ook interessant zijn voor Leidschendam-Voorburg.” (foto Ap de Heus)