Het hoge woord is er uit: alleen de bouw van een nieuwe brug over de Vliet in Leidschendam helpt niet om de dagelijkse filevorming in het Damcentrum op te lossen.
Bovendien betekent een brug dat de filevorming zich naar andere plekken verplaatst. Naar de Vlietweg, de Oude Trambaan, de Voorburgseweg en de Koningin Julianaweg bijvoorbeeld.
Een half jaar heeft de Antea Groep in opdracht van B&W onderzoek gedaan naar maatregelen om de bereikbaarheid van en doorstroming in het Damcentrum te verbeteren. In het coalitieakkoord van VVD, CDA, PvdA en ChristenUnie-SGP werd zulks als een taboeloos onderzoek aangemerkt.
Nu zijn er onder de vorige coalitie (GBLV, D66, PvdA en GroenLinks) al de nodige onderzoeken gedaan. En daaruit kwam hetzelfde beeld als nu naar voren: een nieuwe brug heeft maar een beperkt effect en zal het fileprobleem alleen maar naar andere straten en wijken verplaatsen.
Op grond daarvan, en de kosten van een nieuwe brug (10 tot 15 miljoen euro) werd onder de vorige coalitie besloten maar af te zien van de nieuwe oeververbinding en met andere maatregelen te gaan trachten auto’s uit het Damcentrum – met name over de Sluisbrug – te weren.
Bij dat ‘weren’ zat ook selectieve toegang: een systeem waarbij alleen automobilisten die in het gebied wonen of werken nog over de Sluisbrug mochten.
VVD en CDA gingen echter vol voor een nieuwe brug. Destijds al, en zeker nadat men met PvdA en ChristenUnie-SGP een coalitie kon vormen. Aangezien beide laatstgenoemde partijen weinig tot niets zagen in een nieuwe brug, werd gekozen voor een taboeloos onderzoek.
De resultaten liggen er nu. Alleen als een nieuwe brug gekoppeld wordt aan selectieve toegang neemt de filevorming in het Damcentrum, en bij de Wijkerbrug in Voorburg, fors af terwijl er elders geen grote nieuwe problemen ontstaan.
Nu kost de nieuwe brug nog steeds zo’n 10 tot 15 miljoen euro. Daarbij komt dat een deel van Klein Plaspoelpolder (KPP) – het gebied tussen Vliet, Zocherstraat, Oude Trambaan en Plaspoelkade – niet bebouwd kan worden vanwege de aansluitende weg voor de brug.
Nu hield de gemeente al rekening met een verlies van 3 tot 5 miljoen op de ontwikkeling van KPP. Dat verlies verdubbelt minstens indien er minder grond voor woningbouw beschikbaar komt.
Bovendien moet aan de overkant van de Vliet, op de Vlietweg kruising Noordelijke verbindingsweg, een heel nieuw kruispunt komen voor de brug. En moet er vanaf de Noordelijke verbindingsweg een nieuwe afslag komen voor bedrijfsterrein (straks woongebied) Overgoo. Werken die allemaal nog eens de nodige miljoenen vergen.
Nu is de gemeente al armlastig en moet bezuinigen (minstens 2,6 miljoen euro per jaar) om uit de rode cijfers te komen. Dan zit je niet te wachten op een nieuwe rekening van 20 tot 25 miljoen euro.
Bovendien is die uitgave helemaal niet nodig, zo blijkt uit het Antea onderzoek. Door selectieve toegang toe te passen op de bestaande Sluisbrug neemt de verkeersdruk daar al enorm af. Bovendien kan de gemeente zelf bepalen hoe groot het gebied wordt waarvoor de selectieve toegang geldt. Met andere woorden: hoeveel mensen (dus auto’s) ervoor in aanmerking komen.
Nu wordt gerekend met Leidschendam Zuid, Zeeheldenkwartier, Damcentrum, Rietvink, deel ‘t Lien, deel Raadhuiskwartier, deel Verzetsheldenkwartier, deel Damsigt, KPP en Park Leeuwensteijn.
Kost vrijwel niets om het in te voeren, zeker niet in vergelijking met de uitgaven voor de nieuwe brug en bijkomende zaken. Maar ja, het gaat wel om ‘autootje pesten’ en daar is met name de VVD – de grootste coalitiepartner – niet van gecharmeerd.
Bij het geheel past nog wel één kanttekening. Antea ging er bij alle studiewerk van uit dat er dagelijks 10.000 auto’s over de Sluisbrug rijden. Dat is een cijfer uit 2016. Of dat getal nog klopt is onbekend. Er is sindsdien niet meer geteld. Het kan dus allemaal nog heel anders zijn. Een extra reden om voorzichtig te zijn met drastische besluiten op grond van het studiewerk.