Het plan van de gemeente om bij de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden bij de VV Wilhelmus rubbergranulaat als vulmiddel te gebruiken, blijft de gemoederen bezig houden. Nadat eerder al D66 kritische vragen stelde is het nu GBLV-gemeenteraadslid Freek Steutel die dat doet.
Steutel wijst erop dat inwoners bezorgd zijn over kunstgras. De zorgen betreffen niet alleen de keus tussen rubber en kurk. Maar ook is er bezorgdheid dat bij de slijtage van het kunstgras piepkleine stukjes plastic in het milieu terecht komen.
In het kader van duurzaamheid is het hele concept kunstgras uit den boze, zo meent Steutel. Er is immers nog geen oplossing om kunstgras te recyclen. Natuurlijke grasvelden helpen de hittestress te verminderen. Dit in tegenstelling tot kunstgrasvelden: deze warmen het klimaat juist op terwijl natuurlijke grasvelden voor verkoeling zorgen en daarbij ook CO2 opnemen.
In een achttal vragen aan B&W vraagt het gemeenteraadslid een reactie op al deze zaken. Ook wil hij weten hoeveel vierkante meter kunstgrasveld er in de gemeente ligt en hoe lang die velden al in gebruik zijn.
Twee jaar geleden ontstond grote commotie over rubbergranulaat dat een gezondheidsrisico zou opleveren voor de bespelers ervan vanwege de vervuiling van het materiaal, dat bestaat uit vermalen autobanden.
De gemeente beroept zich echter op onderzoek dat op last van de rijksoverheid is gedaan waaruit bleek dat die gezondheidsrisico’s verwaarloosbaar klein waren. Bovendien zouden alternatieven onvoldoende getest zijn en erg duur uitvallen.