Dat hij weet waarover hij spreekt staat vast. Rob van Engelenburg is tenslotte docent bij de Stichting burger en overheid, een instantie die leergangen verzorgt voor ambtenaren en politici over burgerparticipatie, en over datzelfde onderwerp workshops voor burger organiseert.
Burgerparticipatie is een modekreet geworden in politiek Nederland. De burger moet betrokken worden bij de ontwikkeling van het beleid. En daarbij gaat het om meer dan inspraak. Van de andere kant nemen de burgers steeds vaker zelf het initiatief en daarop moet de politiek dan reageren.
Grote vraag is echter hoe zulks te organiseren. Waarbij twee zaken centraal staan: het inleveren van macht door ambtenaren en politici en het voorkomen dat burgers gefrustreerd afhaken en zich tegen de beleidsmakers gaan keren.
Dat er iets met burgerparticipatie moet gebeuren staat echter ook vast. Zo bepaalt de nieuwe Omgevingswet die in 2021 in werking treedt dat er bij elk project sprake moet zijn van burgerparticipatie. Het onderwerp negeren kan dus niet meer.
,,Op de site van de gemeente Leidschendam-Voorburg is niets te vinden over burgerparticipatie. Oorverdovend stil. Hetzelfde geldt voor een evaluatie van het beleid. De gemeente weet dus niet waar ze staat. Weet niet wat de klanten, de burgers, willen. Dan is het moeilijk een standpunt in te nemen’’, verklaart Rob van Engelenburg.
Recent heeft hij in samenwerking met de Burgerinitiatiefgroep Leidschendam-Noord een nota gemaakt over het burgerparticipatiebeleid van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Een stuk waarin naast kritiek ook voorstellen stonden om tot een goed beleid te komen.
,,De burgemeester vroeg ons te komen praten. We hebben een uur met hem en zijn ambtenaren gesproken. Maar een reactie kregen we niet, mondeling noch schriftelijk. ‘We nemen het mee’ was de boodschap. Teleurstellend en frustrerend. Zo schiet het niet op.’’
Toch kan Rob van Engelenburg de reactie wel plaatsen. ,,Sinds de invoering van de Gemeentwet in 1851 werken ze al zo. Dat ga je dus niet zo maar veranderen. Ze hebben een Tefalreflex en dat is contraproductief. Ze moeten een omslag maken. Nu zijn ze intern gericht, vastgeroest, gesloten.’’
,,Het van bovenaf zaken willen bepalen moet doorbroken worden. Ze moeten de emoties, frustraties maar ook het enthousiasme van burgers ‘gebruiken’. Nu werken die tegen hen. Maar ja, ze zijn het niet gewend. Ze sluiten zich af voor signalen en suggesties. Reageren niet eens. Ik twijfel of ze zich wel kunnen aanpassen.’’
,,Willen ze eigenlijk wel? Zo niet, laten we dan met deze exercitie stoppen. Hou de zaak reëel. Nu gaat de burger voor gaas. Telkens weer.’’
Rob van Engelenburg heeft kennis genomen van een notitie die burgemeester Klaas Tigelaar heeft geschreven waarin hij pleit voor spelregels inzake burgerparticipatie (publicatie Vlietnieuws 26 juni, red.).
,,Er staan leuke en waardevolle intenties in. Maar de manier is weer traditioneel vanuit de bestaande beleidsinstrumenten. Evalueer eerst eens. Waarom geen andere instrumenten? Kies voor een eigen invulling. Loop eens voor de troepen uit.’’
,,Maak er geen dichtgetimmerd beleidsplan van maar ga eerst eens een jaar of drie experimenteren, samen met de burgers. En maak dan een beleidsplan op basis van de opgedane ervaringen. De gemeente is erg defensief. Procesmatig via de standaard paden. Ik heb daar niet veel fiducie in. Je hebt nu de kans het goed te regelen. Doe dat dan ook. Je kunt tenslotte maar één keer springen.’’
Rob van Engelenburg heeft daarbij wel een aantal tips. ,,Bepaal je uitgangspositie. Je begint immers niet van nul. Er is een geschiedenis. Steek in op vertrouwen. Geef ruimte voor burgerparticipatie. Maak het niet politiek. Zorg dat fracties in de gemeenteraad zich niet op dit onderwerp gaan profileren. Dan ontstaat er geen uitwerking in de praktijk.’’
,,Ontwikkel het beleid samen met de burgers, zowel inhoudelijk als procesmatig. Welke weg is de meest handige en het slimst. Bepaal een eindpunt zodat je ook kunt vaststellen of je tevreden bent met het resultaat. Spreek af hoe je dingen wilt bereiken qua activiteiten, instrumenten en geld.’’
Hoe dan ook zullen de cultuur en werkwijze bij de gemeente moeten veranderen. Zal er meer kennis en kunde over burgerparticipatie opgedaan moeten worden. Vertrouwen moet de basis zijn voor de dialoog en samenwerking met de burgers. En de gemeente moet niet alleen meer informatie zenden doch ook willen opnemen.