Het zal pas volgend jaar duidelijk worden hoe en waar B&W denken 750 sociale woningen te laten bouwen in de periode tot 2025. Dat bleek gisteravond tijdens een beraad van een commissie uit de gemeenteraad.
Nog dit jaar willen B&W geld vrijmaken om een onderzoek naar die bouw te laten starten. Daarbij gaat het ook om de plekken waar die woningen kunnen komen, het draagvlak daarvoor bij omwonenden en de financiering van de bouw door woningcorporaties of private partijen.
Het onderzoek zal pas in 2020 afgerond worden, zo maakte wethouder Jan-Willem Rouwendal duidelijk. Daarna moeten dan nog concrete besluiten worden genomen. De bestuurder had geen bezwaar tegen een motie van PvdA-raadslid Matthijs Willemse waarin werd gevraagd het onderzoek voor de zomer van 2020 af te ronden.
Rouwendal stelde dat B&W bij de aankondiging te gaan bezien of sociale woningbouw ruimtelijk, maatschappelijk en economisch gewenst en haalbaar is in de gemeente, doelden op dat onderzoek.
De wethouder erkende dat met de huidige voornemens de 750 niet haalbaar zijn. Er moet dus harder worden gelopen, zo stelde hij. Van de andere kant liet Rouwendal weten dat het plan om 107 sociale woningen aan De Star (Leidschendam) te gaan realiseren, nieuwe vertraging heeft opgelopen. Pas in 2020 zou dat plan concreter kunnen worden.
Rouwendal beloofde de gemeenteraad gegevens over het zogenoemde ‘scheef wonen’: mensen die met een te hoog inkomen in een sociale woning zitten. Volgens de woningcorporaties is dat in elf procent van de gevallen zo. Het bouwen voor het middensegment (huur 700 tot 1000 euro) of voor bepaalde doelgroepen wees Rouwendal af.
Rouwendal heeft de sociale woningbouw overgenomen van zijn collega Juliette Bouw. Die had het te druk met andere zaken.