In 2020 wordt gevierd dat het 75 jaar vrede is. Die herdenking wordt ingevuld met landelijke, provinciale én gemeentelijke evenementen. Ook Leidschendam-Voorburg doet er aan mee. Onder leiding van onze burgemeester, Klaas Tigelaar, is een werkgroep bezig met de voorbereidingen. Huygens’ Hofwijck neemt deel aan dit project, maar vanuit een iets andere invalshoek. Wij maken een documentaire waarin we in beeld brengen hoe Constantijn Huygens de Tachtigjarige Oorlog beleefde. Een strijd om de vrede die het grootste deel van zijn leven duurde.
Constantijn vergezelde tussen 1625 en 1647 de meeste zomers stadhouder Frederik Hendrik op campagne tegen de Spanjaarden. Vaak werd een stad belegerd tot deze zich overgaf (Groenlo 1627, Den Bosch 1629, Breda 1637, Hulst 1645), en soms liet de stadhouder zijn leger in één grote beweging een hele streek schonen van Spaanse troepen (de veldtocht langs de Maas, 1632). Gemiddeld bestond het stadhouderlijke leger uit zo’n 20.000 manschappen. Dat waren dus enorme operaties. Als secretaris van Frederik Hendrik was Constantijn tijdens die veldtochten belast met allerlei taken, van alledaagse als de legeradministratie tot spannende als (contra)spionage. Maar hij was natuurlijk geen militair, hij was een burger. Dat blijkt ook overduidelijk uit zijn indrukken, die hij veelvuldig op papier zette.
Groenlo, destijds Grolle geheten, was in 1627 Constantijns eerste belegering. In het stadje wordt die gebeurtenis tegenwoordig iedere twee jaar nagespeeld. Zo ook dit jaar. Met 1.500 soldaten die de gevechten opnieuw voeren en 2.500 bevlogen inwoners die het nog deels ommuurde plaatsje drie dagen lang omtoveren tot het 17e-eeuwse Grolle. Met Jacques van Herten en Desi Goudman, de filmers van onze documentaire, dwaal ik daar de komende dagen rond om opnamen te maken. Deze zullen in de film fungeren als authentieke sfeerbeelden tussen de meer inhoudelijke passages die we gaan filmen op andere plekken in Nederland en Duitsland.
Vandaag zijn we gearriveerd in Groenlo. En hebben ons verbaasd over de omvang van het evenement. Binnen de muren herinnert weinig nog aan de 21ste eeuw, en net daarbuiten is een groot terrein ingericht als slagveld, compleet met hoge aarden wallen van waarachter de Hollandse en Spaanse troepen elkaar kunnen beschieten. De enigszins geïsoleerde ligging van Groenlo, diep in de Achterhoek en omgeven door een weldadig leeg landschap, draagt bij aan het gevoel dat je in een andere tijd bent belandt. Toen Groenlo nog Grolle heette. Alleen het lokale bier, Grolsch, is een linkje naar het heden.
Op het slagveld in wording raakten we aan de praat met twee ‘sapeurs’, soldaten die de laatste hand legden aan kleine, vooruitgeschoven stellingen. Net als de andere reenactors zijn zij vrijwilligers die hun vakantiedagen besteden aan deze hobby. Paul Cramer, die met de rode muts, een Engelsman, heeft morgen tijdens de veldslag de taak om reparaties te verrichten aan de Hollandse stellingen en daartussendoor dode soldaten van het veld te slepen.
De komende drie dagen doen wij hier op Vlietnieuws verslag van onze belevenissen. Onze film, getiteld ‘Met Constantijn op Oorlogspad. Strijd en Vrede in de Gouden Eeuw’, gaat begin mei volgend jaar in première. Op Huygens’ Hofwijck. (Tekst: Peter van der Ploeg)