Omschakelen op nieuwe vormen van energievoorziening kost in de regio Rotterdam Den Haag 33 miljard euro over de periode tot 2050. Er ontstaan wel 300.000 nieuwe banen door. Dat staat in het Energieperspectief 2050 dat Berend Potjer, gedeputeerde Zuid-Holland, aan Provinciale Staten heeft gezonden.
In 2050 zijn alle woonwijken van het gas af. Woningen kennen minstens isolatielabel C (spouwmuur-, gevel-, dak-, vloerisolatie). Aardwarmte en restwarmte (van bedrijven) worden maximaal benut. De glastuinbouw levert warmte voor lokale warmte netwerken. Daar waar die niet zijn worden warmtepompen gebruikt. Op het platteland zijn biomassaketels in gebruik.
Op daken zitten zonnepanelen. Zonnepanelen komen er ook op parkeerplaatsen (eerst overdekken), geluidschermen, dijken, langs snelwegen, langs spoorbanen, en op akkers waarvan de bodem daalt.
Wind- en zonneparken zijn er bij de industrie, bij kassen en op bedrijfsterreinen. Windmolens worden in groepen neergezet of naast elkaar in lijn. Dat kan langs snelwegen en spoorbanen, alsmede op dijken. Windmolens kunnen langs de randen van open landschap en in grote wateren verschijnen. Op 2000 boerenerven komen windmolens tot 15 meter hoogte.
Het personenvervoer is in 2050 helemaal elektrisch. De nadruk ligt verder op openbaar vervoer en fietsgebruik.
In 2050 zal 50 procent van de benodigde stroom van buiten de regio geïmporteerd moeten worden. De stroom die de regio zelf maakt komt van de zon (79 procent) en wind (21 procent). De productie van warmte (restwarmte 56 procent, aardwarmte 44 procent) is twee maal zo hoog als de vraag. Het benodigde gas (groengas) moet voor 90 procent worden gehaald uit andere regio’s.
In het Energieperspectief zijn ook een aantal zaken buiten beschouwing gelaten zoals gebruik van ultradiepe aardwarmte, waterstof, nieuwe biomassacentrales, restwarmte van fossiele oorsprong (raffinaderijen) en zonthermie (opwarmen kraanwater of ruimte met zonkracht).
Er wordt ook niet gerekend met de aanleg van zonnevelden, de bouw van windmolens bij woonkernen of vliegvelden, noch de installatie van zogenoemde windwokkels (maximaal 600 watt) op daken van woningen.
Alle maatregelen moeten lokaal worden ingevuld waarbij maatwerk nodig is. Leidschendam-Voorburg werkte mee aan het opstellen van het Energieperspectief.