Subsidie. Letterlijk betekent dat begrip ‘financiële steun van de overheid aan instellingen, bedrijven en personen om hun activiteiten te ontwikkelen’.
De gemeente Leidschendam-Voorburg kent ook subsidies. Per jaar wordt er zo’n 13 miljoen euro vergeven.
Voor dit jaar gebeurde dat voor het eerst via zogenoemde ‘subsidietafels’: een overleg waarbij organisaties en instellingen rond een bepaald thema activiteiten aanboden en daarbij samen moesten zien uit te komen met een vooraf door B&W bepaald bedrag.
Er waren vijf van die tafels. In de cultuurhoek kwam die er vooralsnog niet en elders bleef de gemeente vasthouden aan het ‘oude’ beleid waarbij B&W zelf geld verdeelden op grond van aanvragen van organisaties en instellingen.
Met de subsidietafels ging van alles mis. De gemeentelijke leiding – een voorzitter verdient meer dan 5000 euro per maand – verschilde per tafel. Er werd veelal urenlang vergaderd; menigeen had er een dagtaak aan. Dat konden ‘grote’ organisaties nog wel bemensen; de kleinere niet. Die haakten gefrustreerd af.
Er werden enorme pakken papier geproduceerd – uitvoeringsplannen –, vaak in meerdere versies. En als ‘men’ er niet uit kwam grepen B&W in. Dan werd op het Raadhuis besloten voor welke activiteiten er geen subsidie meer zou zijn. De Ouderensoos van welzijnsorganisatie Woej was daar een voorbeeld van. Maar ook het Open Podium van de Talentenloods.
Beiden werden uiteindelijk ‘gered’. Woej bleek nog wat subsidiegeld ‘over’ te hebben uit voorgaande jaren (ra ra, hoe kan dat) dus kon de soos alsnog blijven draaien. En het Open Podium bleef ‘open’ dankzij wethouder Astrid van Eekelen en GroenLinks-politicus Jeroen van Rossum.
Beide reddingsoperaties vonden buiten de subsidietafel plaats. Hetgeen meteen de vraag oproept wat het nut is van die tafels als gevoelige besluiten later worden teruggedraaid. Feitelijk is daarmee immers het ‘oude’ regime weer hersteld: op het Raadhuis wordt beslist wie er geld krijgt en hoeveel.
Einde vergadercircuit waar nu toch alleen de grote en machtige organisaties en instellingen van profiteren. En die het nieuwe systeem gebruiken om hun machtsposities te versterken. Geen wonder dat ze al hebben voorgesteld subsidies voor twee jaar vast te stellen en nieuwkomers te weren.
Hoe krom het geheel is blijkt wel uit het feit dat niet alle subsidies via de tafels worden verdeeld. Een paar miljoen wordt nog altijd rechtstreeks vanuit het Raadhuis verstrekt. Dat systeem is ook niet ideaal. Zo is onduidelijk waarvoor een subsidie wordt gegeven en waarom.
Daarnaast is de verantwoording van de besteding een probleem. Niet alleen in het oude maar ook bij het nieuwe systeem. Formeel controleren ambtenaren dat aan de hand van de jaarstukken en verklaringen van accountants.
Formeel, want er wordt ook vanaf gezien omdat de ontvanger een vrijstelling heeft gekregen van die verantwoording. Zoals het Veur Theater bijvoorbeeld; in instantie die eigenlijk als commerciële instelling helemaal geen subsidie zou mogen krijgen en ook zelf bij de oprichting aangaf niet te willen krijgen.
Het Veur Theater heeft echter projectsubsidies ontvangen en kreeg vorig jaar 20.000 euro subsidie op verzoek van de gemeenteraad. Waaraan al die gelden zijn besteed staat in de sterren geschreven. De theaterleiding hoefde zulks niet te verantwoorden van de gemeente. Een controle op de financiën van het theater ontbreekt overigens ook van gemeentezijde.
Daar waar de ene subsidieontvanger dus zijn hele hebben en houden aan de gemeente bloot moet leggen na ontvangst van subsidie, hoeft de ander dat niet. Hoezo meten met twee maten? Hoezo verantwoord omgaan met gemeenschapsgeld? Hoezo controle door de gemeenteraad?
In subsidieland geldt het recht van de sterkste en slimste. Voor arbiters zoals ambtenaren, wethouders en gemeenteraadsleden is geen plek. Tenzij ze voor een betrokken partij ‘nuttig’ zijn bij het vergaren van nog meer subsidie. Dat was al zo onder het ‘oude’ systeem en is nog zo bij de subsidietafels. Op naar de volgende vergadercyclus. Gezellig!