D66 wil opheldering over de rol die ‘kwartiermaker’ Bastiaan Vinkenburg heeft gespeeld in de samenwerking tussen Theater Ludens en het Veur Theater. Aanleiding vormt een bericht van verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen aan de gemeenteraad waarin staat dat hij geen voorzitter meer is van het overleg maar nu ‘onafhankelijk inhoudelijk adviseur’ is geworden.

Vinkenburg – werknemer van organisatieadviesbureau Berenschot – werd in het najaar van 2019 door de wethouder aangetrokken om een krachtenbundeling tussen de twee theaters tot stand te brengen. Een formele taakopdracht kwam er echter nooit. Van Eekelen gaf aan dat er door haar ambtenaren nu een doorbraak is bereikt waardoor de twee theaters werken aan het opzetten van één organisatie met twee podia.

De D66-gemeenteraadsleden Jacco van Maldegem en Charlotte Bos willen nu van de wethouder weten hoe Vinkenburg is gevonden en benoemd. Ook vragen zij naar de taakopdracht van de Berenschot werknemer.

‘De D66-fractie leest in de brief aan de gemeenteraad dat niet de beoogd voorzitter van de kwartiermakersorganisatie maar een ambtelijke verkenning heeft geleid tot een set afspraken tussen beide theaters en de gemeente. Wat is de reden dat de gemeente wel, en de externe adviseur niet tot overeenstemming tussen de theaters kon komen?’

‘Welke producten heeft de beoogd voorzitter van de kwartiermakersorganisatie opgeleverd aan de opdrachtgevers van deze klus (theaters en/of gemeente)? Welke kosten heeft de heer Vinkenburg dan wel Berenschot in rekening gebracht voor deze opdracht? Welke kosten verwacht de gemeente nog te moeten betalen aan de heer Vinkenburg dan wel Berenschot voor deze opdracht?’

‘Eerder was nog onduidelijk uit welk budget de inhuur van de beoogd voorzitter van de kwartiermakersorganisatie betaald zou worden. Uit welk budget financiert het college deze kosten? D66 is ter ore gekomen dat beide theaters sinds medio januari niets meer hebben vernomen van de beoogd voorzitter van de kwartiermakersorganisatie. Klopt dat?’

‘Wanneer heeft de gemeente voor het laatst contact gehad met de beoogd voorzitter van de kwartiermakerorganisatie dan wel Berenschot over deze opdracht? Was dat contact inhoudelijk van aard of was dat contact contractueel van aard? Zijn de theaters voornemens de inhoudelijke ondersteuning van de onafhankelijk adviseur nog in te roepen in het vervolg van het traject?’

‘Er is ook sprake van een externe notulist/verslaglegger binnen de kwartiermakersorganisatie. Hoe hoog zijn de kosten van deze functie? Wie betaalt de inhuur van deze persoon? Uit welk budget? Van welke andere externe expertise denkt de kwartiermakersorganisatie nog in te (moeten) huren, zoals vermeld in de onderlinge afspraken tussen theaters en gemeente? Aan welke andere externe expertise denken B&W bij deze afspraak? Welke rol ziet het college dan wel de gemeentelijke organisatie nog voor zichzelf in het proces dat de kwartiermakersorganisatie nu ingaat?’