Bij Rijkswaterstaat werken 100 mobiel verkeersleiders. Vanaf hun geel-zwarte patrouillevaartuigen en snelle motorboten geven ze voorlichting, inspecteren ze de vaarwegen en schieten ze te hulp bij incidenten. Bovendien zijn ze als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) verantwoordelijk voor het handhaven van wet- en regelgeving op het water. Ook in deze bijzondere tijd. Mobiel verkeersleider Michael: ,,Met mijn collega’s zorg ik ervoor dat schippers vlot en veilig over het water kunnen. Dat doen we onder meer door vaarwegen te inspecteren, vervuiling en obstakels op te ruimen, de veroorzakers op te sporen en door te helpen bij incidenten.”

Daarbij werken de mobiel verkeersleiders nauw samen met de verkeersposten. ,,Die zijn van vitaal belang voor de scheepvaart en gaan ook in deze crisistijd gewoon op volle sterkte door. Ze hebben zicht op het hele gebied en als er wat speelt, brengen ze ons daarvan op de hoogte.”

Net als op de weg, ziet Michael dat het ook rustiger is geworden op het water. ,,Overdag varen er nog steeds wel schepen, maar vooral ’s nachts zien we minder vaarbewegingen. Waar de schepen het water eerst altijd dun voeren, daar is het nu spiegelglad.” Wat dat betekent? ,,Nou, dat er op bepaalde momenten in de nacht veel minder schepen varen. Maar goed, de beroepsvaart is overdag ook nu nog in beweging.”

Welke maatregelen hebben jullie genomen? ,,Op onze vaartuigen zijn we teruggegaan naar een lagere bezetting. Zo zorgen we ervoor dat we 1,5 m afstand kunnen houden. Wel zijn er altijd collega’s op afroep beschikbaar. Als er een probleem of calamiteit is en we hebben extra handen nodig, dan kunnen we altijd opschalen. Het reguliere werk gaat dus ‘gewoon’ door in deze bijzondere periode en als het nodig is, treden we nog steeds op.”

Lukt het om genoeg afstand te bewaren? ,,Jazeker. Eigenlijk deden we dat al een beetje: als de een aan het varen is, zit de ander verderop achter zijn werkplek. Dus op dat gebied verandert er niet zoveel. Wat wél verandert, is dat we momenteel niet meer naast elkaar aan dek staan om een praatje te maken met schippers. En dat we iets anders te werk gaan bij het uitschrijven van een proces-verbaal. We schudden geen handen meer en als het lukt, vragen we of de schipper zijn papieren op het vaartuig of op een steiger legt, zodat wij het met gepaste afstand kunnen oppakken. Dat klinkt misschien overdreven, maar op deze manier proberen we er alles aan te doen om verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk tegen te gaan.” (bron en foto:  Rijkswaterstaat)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter