Gemeenten kunnen door een aanpassing van bestaande bouwplannen 90.000 meer woningen bouwen. Dat stellen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland na een onderzoek. De extra bouw is mogelijk door strakkere parkeernormen te gaan hanteren, minder nadruk op ‘grote’ bouwprojecten en ook kleinere woningen te gaan bouwen.

Volgens de provincie gaan de gemeenten er bij bouwplannen nu nog van uit dat een woning minstens 1,5 parkeerplaats moet hebben. Die norm is echter achterhaald. Maar 22 procent van de gezinnen heeft meer dan één auto. Bovendien ligt de nadruk inmiddels op gebruik van de fiets, deelauto of openbaar vervoer.

Door te kiezen voor grote bouwprojecten negeren de gemeenten particuliere bouw en kleinschalige bouw waarvoor veel minder ruimte nodig is. Daarnaast kiezen gemeenten en bouwers voor het bouwen van grote woningen. Dit omdat beide partijen een optimale prijs voor grond en bouw nastreven. Dat leidt tot woningtypen met ‘hoog rendement’: grote woningen met veel grond.

Als bouwplannen op alle drie punten worden aangepast kunnen er 90.000 woningen meer gebouwd worden. Met name meer appartementen tussen de woningen. Er ontstaat zo meer variatie in de bouw. Bovendien kan er sneller gebouwd worden omdat er geen hele nieuwe plannen gemaakt hoeven te worden.

De verdichting van de bouw leidt niet tot aantasting van groen. Elders hoeft er immers minder groen ten offer te vallen aan bouwplannen. Met minder parkeerplaatsen zal ook autobezit en -gebruik ontmoedigd worden hetgeen ook gunstige effecten heeft op het groen, milieu en klimaat.

De bouwdichtheid in bouwplannen is nu te laag volgens de provincie: 15 tot 45 woningen per hectare. Ook in bestaande wijken daalt de dichtheid. Die ligt nu op 35 adressen per hectare.

De provincie meent dat er nu een overschot is aan bouwplannen rond de gemeentelijke kernen. Dat terwijl mensen zoeken naar woningen die echt in het centrum, in het dorp of in het landelijk gebied staan. Daarnaast is er een enorme behoefte aan éénpersoonswoningen in plaats van ééngezinswoningen.