Zoals voor veel mensen is ook mijn wereld kleiner geworden, de laatste maand. Reisbeperkingen, afstand houden, minimale sociale contacten, thuis blijven / thuis werken en geen uitjes buiten de deur of groepsactiviteiten. Het dagelijks leven wordt kleiner, gaat langzamer of valt zelfs stil. Ongekende gevolgen van een virus uitbraak met enorme omvang, levensbedreigende impact en verwoestende snelheid. Nog nooit eerder vertoond.
Hoe wordt er nu op gereageerd en zijn er ook positieve kanten te vinden?
De reacties zijn vanzelfsprekend: heel wisselend. Op het persoonlijk vlak maken we er het beste van met humor, gelatenheid, creativiteit, zorgen voor elkaar en de digitale mogelijkheden. Het bedrijfsleven is in stevige onbalans en delen worden direct in hun voortbestaan bedreigd. Stilvallen van horeca, export, reiswereld etcetera staat in schril contrast met de topdrukte en topsport in zorg, delen van de logistiek en detailhandel, crisismanagement en voedselketen. Iedere ondernemer wordt nu wel gedwongen fundamenteel na te denken over zijn ondernemingsplan en mogelijkheden.
De Rijksoverheid heeft al vrij snel stevige medische maatregelen genomen, gebaseerd op het drieluik: opsporen en verzorgen zieken, voorkomen verspreiding van het virus en de zoektocht naar medicatie. Nu eens geen inspanningsgericht beleid maar resultaat gerichte aanpak, gebaseerd op feiten, onderzoek en deskundigheid en dus minder onderhevig aan politieke discussies en met ruime middelen voorzien. Een afgewogen communicatie versterkte de werking van deze ingrijpende maatregelen.
Vervolgens werd een massief pakket maatregelen en middelen opgetuigd om werkgelegenheid en bedrijven door deze noodsituatie te helpen. Op onorthodoxe wijze ter beschikking gesteld. Ook de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft in dit verband positieve stappen gezet.
Op 9 april is een omvangrijk steunpakket van 5 miljoen euro unaniem door de gemeenteraad goedgekeurd. Dit is voornamelijk bestemd voor het beschermen van de maatschappelijke infrastructuur, beperken van de economische schade en ondersteunen van de zelfredzaamheid van burgers. De maatschappelijke infrastructuur wordt als cement van de lokale samenleving terecht niet vergeten. Praktische en directe hulpverlening, snel en met beperkte administratieve verplichtingen beschikbaar gesteld, voor een overzienbare periode.
Omvallen is vooral nu makkelijk, (her-)oprichten veel moeilijker. Ook onder het motto: behouden is beter en zo snel mogelijk terug naar de pre-Corona fase. Bij dit laatste zet ik een kanttekening. Is dit wel mogelijk? Is dit ook wel wenselijk? Zelfs met een anti-virus wordt de oude economie en samenleving niet meer hetzelfde. Onze kwetsbaarheid en internationale afhankelijkheid is te pijnlijk duidelijk aangetoond. Prioriteiten komen anders te liggen en maximale groei wordt vervangen door optimale ontwikkeling.
Nu hebben we tijd en (geestelijke) ruimte om te reflecteren en stappen te zetten om te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Op persoonlijk vlak, qua werk, onderneming maar ook bestuurlijk. Een voorbeeld: de Duitse auto-industrie zat in 2009 in een diepe crises, die haar voortbestaan bedreigde. De overheid schoot te hulp met vele faciliteiten en keerde het tij. Echter wel onder voorwaarden dat innovatie en toekomst bestendige verduurzaming hierbij leidend moest worden. Een stevige impuls voor de opkomst en groei van onder andere de elektrische auto.
Na 10 jaar haast ongebreidelde economische groei, gebaseerd op meer is beter wordt het met name nu tijd na te denken over de sterkere economie en meer uitgebalanceerde, minder kwetsbare samenleving van overmorgen.
Lente: is ook de tijd voor de grote schoonmaak en keuzes maken. Wat wil je behouden, wat kan weg en gebruik de ontstane ruimte voor een andere en betere inrichting van je huis, bedrijf of organisatie / gemeente van morgen.
(Rob van Engelenburg, docent Stichting burger en overheid)