Mitsubishi Corporation, de nieuwe eigenaar van energiebedrijf Eneco, weigert in contact te treden met de Nederlandse slachtoffers (en hun vertegenwoordigers) van Japanse wandaden in de Tweede Wereldoorlog. Het Japanse concern heeft erop gewezen dan men pas in 1954 formeel werd opgericht: negen jaar na het einde van de oorlog.

Eneco was in handen van 44 Nederlandse gemeenten. Die stemden begin dit jaar in met de verkoop van hun aandelen aan een Japans consortium van Mitsubishi Corporation en Chubu Electric Power.

Op verzoek van de Stichting Japanse Ereschulden, werd er in veel gemeenteraden bij het debat over de aandelenverkoop op aangedrongen, bij de Japanners excuses te vragen voor de wandaden gepleegd in de Tweede Wereldoorlog. Zo ook in de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg waarin Floor Kist (gemeenteraadslid GroenLinks) zich als pleitbezorger in deze presenteerde.

De Aandeelhouderscommissie (AHC) bij Eneco heeft de zorgen overgebracht aan vertegenwoordigers van Mitsubishi Corporation en hen verzocht om in contact te treden met de slachtoffers en hun vertegenwoordigers, aldus een brief van AHC aan de Stichting Japanse Ereschulden. ‘In reactie daarop heeft Mitsubishi Corporation afwijzend gereageerd op het verzoek van de aandeelhouders, onder verwijzing naar haar formele oprichtingsdatum in 1954’.

‘Ook heeft de commissie de kwestie aangekaart bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. De minister van Buitenlandse Zaken heeft in een reactie laten weten dat de kwestie formeel is afgedaan met het vredesverdrag van San Fransisco (1951) en het Yoshida-Stikker Akkoord (1956)’.

‘Wel zouden excuses uit eigen beweging van Mitsubishi aan Nederlandse slachtoffers die voor het Mitsubishiconglomeraat dwangarbeid hebben verricht zeker welkom zijn en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de verwerking van het traumatisch oorlogsverleden. Ten slotte laat de minister weten dat de Nederlandse overheid de Japanse overheid heeft gewezen op de wensen van Stichting Japanse Ereschulden’. (illustratieve foto)