Als het openbaar vervoer weer vaker gaat rijden moeten passagiers verplicht een mondkapje gaan dragen. Anders kan het vervoer de mensen niet transporteren met de 1,5 meter afstandsregel. Dat staat in een advies van de gezamenlijke vervoerders (stad, streek en NS) aan het kabinet.
De vervoerders zijn nagegaan wat het zou betekenen als passagiers voortaan 1,5 meter afstand tot elkaar moeten houden. Dat zou betekenen dat de volledige vervoerscapaciteit nu al ‘opgebruikt’ is; in tijden met een beperkte dienstregeling vanwege het coronavirus.
Meer gaan rijden kan dan alleen als er andere maatregelen worden genomen: een verplicht mondkapje voor passagiers en personeel. Tot nu toe zien het kabinet en het Rijksinstituut voor volksgezondheid RIVM weinig in het dragen van mondkapjes om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
De vervoerders claimen dat zij door de coronacrisis samen tegen de twee miljard euro verliezen. Zij willen op korte termijn van het kabinet weten hoe dat gecompenseerd wordt.
Het aantal inwoners van Leidschendam-Voorburg dat aan corona is overleden is gestegen naar negen. Er lag echter één inwoner minder in het ziekenhuis vanwege het virus. Dat aantal staat nu op 19.
Er mag met onmiddellijke ingang weer motor- en bromfietsles gegeven worden door rij-instructeurs. Deze activiteit wordt niet langer beschouwd als een verboden contactberoep.
In winkelcentrum Leidsenhage doet men er alles aan om het winkelen zo veilig mogelijk te maken. Daartoe zijn een aantal maatregelen genomen:
– Op diverse locaties in het centrum kunnen klanten gebruik maken van desinfectiegel,
– In het centrum zijn looproutes aangegeven,
– Toiletten, urinoirs en wastafels zijn deels gesloten,
– Zitgelegenheden zijn (tijdelijk) verwijderd.
In een nieuwe noodverordening is het begrip ‘openbare ruimte’ opgenomen. Daaronder vallen ook voor het publiek openstaande gebouwen, locaties en daarbij behorende erven. Het gaat bijvoorbeeld om de openbare weg, parken, parkeerterreinen en plantsoenen, het publieke gedeelte van het gemeentehuis en voor het publiek toegankelijke winkels en andere gebouwen. Ook vaartuigen en voertuigen in openbare ruimte en voor het publiek openstaande ruimte worden tot de publieke ruimte gerekend, met uitzondering van de zich daarin bevindende woongedeelten.
Een gebied kan ook een specifieke locatie zijn, zoals een winkel. Ook vakantieparken, campings, parken, natuurgebieden, zwemgelegenheden en stranden kunnen worden aangewezen indien op deze locaties niet of niet in voldoende mate de beperkende maatregel met betrekking tot het houden van 1,5 meter afstand tussen daar aanwezige personen in acht wordt genomen of het niet in acht nemen daarvan dreigt.
Het aanwijzen kan bij spoed ook mondeling geschieden. In de aanwijzing kan worden opgenomen dat deze enkel geldt voor een periode van de dag of week (bijvoorbeeld een weekend).
