Wethouder Astrid van Eekelen beziet mogelijkheden om in coronatijden de Vlietdagen toch te laten doorgaan maar dan in afgeslankte vorm en met in acht name van het 1,5 meter afstandscriterium. Dat heeft zij in een coronadebat in de gemeenteraad gezegd. De Vlietdagen staan voor 18 en 19 september gepland.
In het debat liet burgemeester Klaas Tigelaar weten dat B&W zich aan het beraden zijn over de toekomstige gevolgen van corona op alle beleidsterreinen en hoe daarop te reageren. Die analyse zal dit najaar bij de gemeenteraad worden neergelegd. Beleidskeuzes zijn daarbij onontkoombaar hetgeen ook gevolgen zal hebben voor de begroting. Wethouder Van Eekelen sprak in dit verband over ‘een intelligent herstelbeleid’.
Wethouder Nadine Stemerdink verdedigde haar besluit om zelfstandige ondernemers die steun aanvroegen op basis van de TOZO, geen voorschot te geven. Volgens haar had dat besluit twee redenen: toekomstige terugvordering voorkomen om ondernemers niet nog verder in problemen te brengen, en misbruik tegen gaan.
Kritiek op het niet geven van voorschotten kwam er vooral van GBLV-gemeenteraadslid Frank Rozenberg en zijn GroenLinks-collega Jeroen van Rossum. Deze laatste sprak over ‘een cynisch mensbeeld’ van de wethouder in relatie tot het argument inzake misbruik.
Er hebben 2509 ondernemers TOZO1 aangevraagd. Daarvan is 85 procent nu afgehandeld en hebben de aanvragers hun geld ontvangen.
De wethouder betoogde dat het hele probleem van voorschotten zich vanzelf oplost nu op 19 juni TOZO2 ingaat. Dat proces gaat digitaal en geheel geautomatiseerd waardoor er veel sneller gewerkt kan worden en de zekerheid voor de aanvrager groter wordt. Zij verwees bovendien naar een ingebouwde spoedprocedure die ondernemers kunnen aanvragen. Bij TOZO1 werd daar 262 keer gebruik van gemaakt.
Wethouder Jan-Willem Rouwendal liet weten dit najaar te komen met een overzicht over de besteding van de 5 miljoen euro die de gemeente eerder voor coronamaatregelen uittrok waarbij ook de vraag aan de orde komt of er geld bij moet, en voor hoe lang de steun nog nodig is. Nu geldt een periode van zes maanden.