Acht sporthallen in de gemeente mogen niet gebruikt worden ook al zijn binnensportactiviteiten sinds 1 juli weer toegestaan. De ventilatie is niet voldoende om in coronatijd te kunnen sporten. Dat heeft burgemeester Klaas Tigelaar de gemeenteraad bericht.

Het gaat om de sporthallen Prinses Carolinalaan Leidschendam, Leenkamp Leidschendam, De Oude Bleijk Leidschendam, Ruysdaellaan Leidschendam, Vijverhof Voorburg en de hal bij basisschool De Parachute Voorburg alsmede de sporthallen De Tas en De Bocht, beiden Fluitpolderplein Leidschendam, die onder beheer staan van Sportfondsen.

Het gaat in alle gevallen om hallen die gebouwd zijn voor 1992. De gemeente onderzoekt ook alternatieve mogelijkheden voor ventilatie zodat de locaties zo snel mogelijk in gebruik genomen kunnen worden, aldus de burgemeester.

In zijn brief aangaande corona meldt de burgemeester dat mensen en bedrijven zich goed houden aan de maatregelen die zijn ingesteld. Op drukke plaatsen, zoals de Mall of the Netherlands en de Julianabaan, is de situatie nog goed onder controle. Dit geldt ook voor Vlietland, parken, sportplaatsen, speeltuinen. Ook de weekmarkten verlopen goed, bezoekers komen gespreid over de dag naar de markt toe.

Voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers 2 zijn al 286 aanvragen ingediend; 76 procent daarvan is al beoordeeld. De gemeente heeft tot nu toe 627.500 euro van het rijk ontvangen als compensatie voor uitgaven die met de coronacrisis te maken hebben dan wel wegvallende inkomsten zoals toeristen- en parkeerbelasting. Tezamen met Delft werd 8,8 miljoen euro ontvangen voor maatschappelijke- en vrouwen-opvang. Er is een voorschot onderweg van 672.500 euro noodopvang van kinderen en om lagere inkomsten uit de eigen bijdragen voor zorg in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) mee op te vangen.

Ambtenaren en B&W zelf blijven tot 1 september van huis uit werken. Voor de periode daarna wordt een plan geschreven waarbij het uitgangspunt is dat alle medewerkers vanaf 1 september de kans krijgen om (af en toe) op kantoor te komen werken. In het Raadhuis en het Servicecentrum zijn vanaf 1 september 240 werkplekken beschikbaar; 50 procent van de capaciteit.

‘Waarschijnlijk gebruikt de organisatie op 1 september niet meteen alle 240 werkplekken. Zo is er ruimte om te wennen en te oefenen, bijvoorbeeld met de aangebrachte verplichte looproutes in de kantoren. De komende periode wordt gebruikt om het plan verder uit te werken. Waar sommige medewerkers niet kunnen wachten weer naar kantoor te komen, zijn er ook medewerkers die daar nog niet klaar voor zijn. Voor hen is er ruimte voor maatwerk’, aldus Tigelaar.