Tien gemeenten, waaronder Leidschendam-Voorburg, hebben een hoger beroep inzake nieuwe tarieven voor de jeugdzorg verloren. Vorig jaar bepaalde de rechter dat de nieuwe tarieven die gebaseerd waren op resultaat van een behandeling en niet meer op het aantal behandelingen, niet mochten worden ingevoerd.
De nieuwe tarieven waren lager waardoor de gemeenten geld konden sparen. Ze hadden op 1 januari 2020 in moeten gaan. Nu dat niet doorging kregen de gemeenten te maken met hogere kosten. Voor Leidschendam-Voorburg was dat alleen dit jaar al zo’n miljoen euro.
Na de rechterlijke uitspraak startten de gemeenten nieuwe gesprekken met aanbieders van jeugdzorg in een poging de nieuwe tarieven per 1 januari 2022 toch te kunnen gaan hanteren. Tegelijk tekende men hoger beroep aan tegen de rechterlijke uitspraak.
Volgens de rechter moeten tarieven reëel zijn waarbij rekening wordt gehouden met specifieke regionale omstandigheden en organisatorische aspecten bij de zorgaanbieder die een effect hebben op de kosten. Te denken valt dan aan zorginhoud, zorgkwaliteit, kwaliteit personeel, specialisaties en vervoerskosten.