De bodem van Westeinde 6-8 in Voorburg is zodanig vervuild dat dit ‘onaanvaardbare risico’s’ voor de mens oplevert. Dat blijkt uit stukken van de Omgevingsdienst Haaglanden. Ook het grondwater is vervuild.
Bij de vervuiling gaat het om zware metalen (lood en zink), PAK’s (chemische verbindingen), minerale olie, benzeen, xyleen en naftaleen. De vervuiling van grond en grondwater overlapt elkaar deels.
Westeinde 6-8 worden verbouwd van kantoorpanden naar luxe woningen. ODH eist dat de vervuiling ‘spoedig’ wordt aangepakt. Waaijerbouw heeft daartoe een plan ingediend. Als dit wordt goedgekeurd wordt in september met de aanpak van de vervuiling gestart. Die zou dan voor de jaarwisseling afgerond moeten zijn.
Het afgraven van de vervuilde grond is technisch niet haalbaar vanwege de effecten op omliggende gebouwen. De vervuiling gaat tot aan de perceelgrenzen. Voor het afgraven zou men tot drie meter diep moeten gaan. Daardoor verandert de grondwaterstand en dat mag niet. Een stalen damwand slaan kan niet vanwege mogelijke schade aan andere panden. Bovendien zit er een ondergrondse laag in de weg.
Voorgesteld wordt nu de vuile grond deels te ontgraven en deels in de bodem te isoleren door verharding, bebouwing en het aanbrengen van een ‘leeflaag’: 0,5 tot 1 meter tuinaarde. Aan de kant van de Vliet komt wel een damwand van 12 meter lengte om zo verdere verspreiding van de vervuiling tegen te gaan. Er wordt tot een diepte van 0,5 tot 1 meter grond ontgraven en vervangen door schone grond. Er komen twee pompen voor bemonstering van het grondwater.
Bij de vervuiling gaat het in totaal om 650 kubieke meter voor- en achter Westeinde 6-8. Ter plekke was er al in 1712 bebouwing. Recent zaten er een edelmetalenbedrijf, een verffabriek en een werkplaats voor stempels en meetinstrumenten.