Nu het stof rond het bouwplan voor landgoed Schakenbosch is neergedaald is het goed het net op te halen. Vlak voor de zomervakantie bleek een meerderheid van de gemeenteraad het niet eens met het voorgestelde een tweetje tussen College en projectontwikkelaar om het park met 325 dure en grote woningen om te toveren in bungalowpark Zonnedael, uit de roemruchte serie Flodder.
De bouwplannen konden allen nog onder strakke condities en aanpassingen doorgaan. De woedende reactie van de projectontwikkelaar (dreigen met een schadeclaim van vele miljoenen, juridische stappen tegen de betrokken gemeenteraadsleden en afsluiting van Schakenbosch) is door zijn advocaat ‘vertaald’in een verzoek aan de gemeenteraad om op haar beslissing terug te komen. En wel voor 1 augustus.
Verantwoordelijk wethouder Jan-Willem Rouwendal zoekt nu een uitweg om onder de harde voorwaarden van de gemeenteraad uit te komen. Reden: de projectontwikkelaar moet er toch ook wat aan verdienen. Met 16 euro de vierkante meter voor circa 30 hectare aanschafkosten van de grond en de winstmarge op de woningbouw, lijkt me dat geen doorslaggevend argument.
Aardig om zo spoedig mogelijk terug te keren naar de waan van de dag, maar waar blijft de publieke discussie over de leereffecten van dit bestuurlijk debacle? Reflectie op zekere afstand is juist nu noodzakelijk: wat ging er mis en bovenal wat kunnen we (lees de gemeente) hiervan leren? In ieder geval heeft het samenwerkingsverband B&W-projectontwikkelaar stevige steken laten vallen. Tenminste op het vlak van de burgerparticipatie, een zorgvuldig planproces en besluitvorming op basis van kwalitatief goede documenten.
Het gaat in dit verband te ver om alle aspecten te behandelen. Het volledig negeren en parkeren van de de mening van burgers gedurende meerdere jaren heeft veel kwaad bloed gezet en brandstof geleverd voor vervolgacties. Het argument van Rouwendal dat het ruimtelijk kader uit 2017 (maximaal 325 woningen) vastgesteld was en dus er geen ruimte was voor burgerparticipatie is onzinnig, inhoudelijk onjuist, een gelegenheidsargument en komt direct uit het Handboek Houdt Burgers Buiten.
Nu even naar het niveau van de achterliggende documenten/onderzoeken, aangeleverd door de gemeente en de projectontwikkelaar als onderdeel bij het voorstel tot herziening van het bestemmingsplan; een noodzakelijke voorwaarde voor de bouw van de gewenste 325 woningen.
Circa 12 onderzoeken en documenten over onder andere milieu, architectuur, fijnstof en verkeersbewegingen lagen voor. De belangrijksten hiervan over milieueffecten en verkeersbewegingen zijn aangeleverd door een 100% dochter van de projectontwikkelaar: Aveco de Bondt.
De reactie van wethouder Rouwendal hierop: het is een landelijk gespecialiseerd en gerenommeerd bureau; onze vakbekwame ambtenaren hier nog naar. Dus alles in orde. Discutabele aannames, een erg beperkte onderzoeksscope gecombineerd met hele citaten overgenomen uit voorgaande publicaties rond Nieuwegein, leverden te verwachten conclusies op: niks aan de hand, gewoon bouwen. Zo werd er consequent geen rekening gehouden met de echte verkeersbewegingen, mede veroorzaakt door ontwikkelingen als de Mall en andere bouwprojecten in de omgeving.
Hoe kan het nu dat deze onderbouwing van zo’n belangrijke beslissing gebaseerd wordt op dusdanige onderzoeken en informatie? Even een uitstapje naar de marktsector. Alle stappen van zand naar klant bij grondstofselectie, productie, opslag, distributie, verkoop en after sales van goederen en diensten worden van voorwaarden, normen en eisen voorzien. Gericht op veiligheid, herkomst, gezondheid, impact op milieu etcetera, vastgelegd in vele documenten en productinformatie. Veelal door de overheid opgelegd, gecontroleerd en bij overtreding van stevige boetes voorzien. Zo is er zelfs een bananenrichtlijn van de EU over lengte en kromming.
Hoe zit dit nu bij de overheid zelf en hun ‘productieproces’? Hoe zit het dus met het beleidsproces en de beleidsdocumenten van de overheid? Hier zijn zowel qua vorm als inhoud geen eisen of criteria aan verbonden. Alles kan en mag. En daar wordt ook stevig ge- c.q. misbruik van gemaakt door het bevoegd gezag. Zie het voorbeeld boven. Terugsturen van ondeugdelijke beleidsstukken en onderzoeken door een gemeenteraad is een hoge uitzondering. Dit terwijl het bij veel gemeentelijke thema’s gaat over voor burgers belangrijke beslissingen, vaak over veel (publiek) geld en maatregelen met een stevige impact.
Het toepassen van minimale eisen waar overheidsdocumenten aan moeten voldoen, als basis voor het democratisch proces, een goede inhoudelijke discussie en afgewogen besluitvorming zijn aan te bevelen. Hierbij kan gedacht worden aan elementen als: betrouwbaarheid, relevantie, oplossingsgerichtheid, kwaliteit en onderbouwing. Als het dan toch weer misgaat en de gemeenteraad wederom ondeugdelijke beleidsstukken voorgeschoteld krijgt, dient dit niet zonder gevolgen te blijven voor de verantwoordelijke wethouder. Bijvoorbeeld: drie maal een ‘gele kaart’ is rood. En dus weg wezen.
Kortom: een stevige publieke evaluatie binnen de gemeenteraad en aanscherping van de kwaliteit van de achterliggende onderzoeken en beleidsdocumenten, zou goed zijn voor de lerende organisatie Leidschendam–Voorburg en haar burgers.
(Rob van Engelenburg, docent Stichting burger en overheid)