Er zijn geen berekeningen die aangeven hoeveel extra verkeer de opening van de Mall of the Netherlands zal veroorzaken. Het winkelcentrum opent in maart 2021. Er worden 12 tot 15 miljoen bezoekers per jaar verwacht. Er liggen wel berekeningen maar die zijn verouderd of gemaakt voor andere doeleinden.

Dat blijkt uit een reactie van Rijkswaterstaat op een publicatie van Vlietnieuws op 9 november. Daarin werd gesteld dat becijferingen uit 2015 en 2020 inzake extra verkeer als gevolg van de komst van de Mall van elkaar afweken. Dit ondanks het feit dat bij beiden het bureau Goudappel Coffeng was betrokken.

Desgevraagd weigerde Goudappel Coffeng uitleg te geven over de verschillen die op bepaalde wegen rondom de Mall optraden: afnames van verkeer werden toenames en andersom, voorspelde toenames van verkeer waren veel groter dan eerder voorspeld.

Rijkswaterstaat stelt nu het volgende: ‘Het klopt dat Goudappel Coffeng in 2015 ten behoeve van het bestemmingsplan voor de gemeente Leidschendam-Voorburg berekeningen heeft gemaakt rondom de verkeersaantrekkende werking van de Mall of the Netherlands. Deze zijn uitgevoerd met behulp van het destijds geldende verkeersmodel (het Haaglandenmodel). De berekeningen zijn uitgevoerd voor het jaar 2020’.

‘Voor het project A4 Haaglanden – N14 (maken ongelijkvloerse kruisingen in Leidschendam-Voorburg, red.) heeft Goudappel Coffeng voor Rijkswaterstaat in 2019/2020 ook berekeningen gemaakt, maar dan om de verkeersaantrekkende werking van de aanpassingen aan de A4 en N14 te bepalen en niet de komst van de Mall. Bij de start van dit project is afgesproken met de betrokken wegbeheerders om het bestaande verkeersmodel toe te passen voor dit gebied en berekeningen uit te voeren voor het jaar 2030’.

‘Het vergelijken van beide modeluitkomsten leidt per definitie tot verschillen en wel om de volgende redenen: De verkeersmodellen zijn verschillend; Het zichtjaar waarvoor berekeningen zijn uitgevoerd zijn anders (2020 / 2030); De gehanteerde uitgangspunten wijken af. Zo is in de berekeningen van 2015 geen rekening gehouden met het project A4 Haaglanden-N14; In de berekeningen voor het project A4 Haaglanden – N14 is de Mall of the Netherlands een gegeven. De toe- en afnames die gepresenteerd zijn, geven alleen weer wat het effect is van de impact van de aanpassingen aan de A4 en N14 en dus niet de toe- en afnames als gevolg van de komst van de Mall’.

Rijkswaterstaat meldt verder dat in het verkeersmodel dat voor de berekening in 2019/2020 werd gebruikt niet het aantal bezoekers van de Mall is ingevoerd maar het type bedrijven/winkels/voorzieningen/parkeerplaatsen. ‘Dit is afgestemd met de gemeente Leidschendam-Voorburg en de Mall of the Netherlands’.

‘In de berekeningen is rekening gehouden met de verkeerseffecten op veel meer wegen dan waarover gerapporteerd is. Zo is wel aangegeven wat het verkeerseffect is op de Johann Sebastian Bachlaan en de Oude Trambaan. Wegen waar geen significante effecten optreden, zoals de Damlaan en Sluisbrug, zijn buiten beschouwing gelaten. Op deze wegen is geen toe- of afname te verwachten als gevolg van de te nemen infrastructurele maatregelen op de A4 en N14’, aldus Rijkswaterstaat.

B&W hebben zich op het standpunt gesteld dat de wegen rondom de Mall de toestroom van auto’s naar het winkelcentrum aan kunnen en dat er niets aan de wegen hoeft te worden gedaan. Leidsenhage was berekend op 7 miljoen bezoekers per jaar.