Nieuws
Peter van der Ploeg leest: Wandelen door het Nederland van 1823

Zelfs Peter van der Ploeg, de belezen directeur van Huygens’ Hofwijck ontkomt er niet aan. In zijn nieuwste aflevering van de wekelijkse boekenrubriek op Vlietnieuws gaat hij op stap: Wandelen door het Nederland van 1823

De crisis die ons overkomt brengt inzichten met zich mee die ik verrassend vind. Wanneer iemand mij een jaar geleden had gezegd dat ik gedurende ruim een jaar geen reisje naar het buitenland zou maken, zou ik dat niet hebben geloofd. En nu die situatie realiteit is geworden en er een vervanging moet worden gevonden, verrast mij de variatie in het Hollandse landschap, ontdek ik streken waarin het heerlijk wandelen en fietsen is. Ook struin ik vaker door mijn boekenkasten, op zoek naar reisverhalen. Zo stuitte ik onlangs op Lopen met Van Lennep, een al wat ouder boek van de inmiddels beroemde Geert Mak. Daarin reconstrueert hij de voettocht door Nederland die twee Leidse studenten in 1823 maakten. Ik heb het boek maar eens herlezen. Dat was uiterst plezierig, het is een van de aardigste reisboeken over Nederland die ik ken.

In 1823 is Nederland nog groot. De Zuidelijke Nederlanden horen nog bij het koninkrijk en de stoommachine is nog niet in beeld. Het reizen gaat heel veel langzamer dan nu, de afstanden lijken veel groter. Je zou kunnen zeggen dat een reiziger zich toen ook binnen Nederland ‘op reis’ voelde, iets dat wij ons nu maar moeilijk kunnen voorstellen. Lopen met Van Lennep beschrijft een langzame reis, een  voettocht die twee jonge mannen in de zomer van 1823 maken. De een, 25 jaar oud, is Dirk van Hogendorp, zoon van de Gijsbert Karel van Hogendorp van het ‘Driemanschap’ dat tien jaar eerder de weg effende voor koning Willem I. De ander, pas 21 jaar, is Jacob van Lennep, de latere schrijver. Het dagboek van deze laatste vormt de basis voor het boek dat Mak er in samenwerking met Marita Mathijsen van maakte.

De voettocht van de heren duurt drie maanden. Zij vertrekken uit Amsterdam en maken een grote cirkel, met de klok mee: Noord-Holland, per boot over de Zuiderzee naar Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland. Ze leggen het hele traject lopend af, kleine tas aan de schouder, de bagage vooruit sturend naar de volgende herberg. De paden zijn vaak stoffig, of juist modderig, in het binnenland zijn de logementen soms heel vies. Van Lenneps humeur lijdt daar echter niet onder. Hij geniet iedere dag van wat hij ziet. Historische gebouwen en monumenten fascineren hem. In 1823 zijn die in Nederland nog volop aanwezig, de negentiende-eeuwse kaalslag moest nog komen. Vaak zijn dat ruïnes, maar dat deert hem niet. Hoe ruïneuzer, hoe mooier lijkt het wel. Dirk van Hogendorp heeft een minder uitbundig karakter. De twee vrienden vormen eigenlijk niet een voor de hand liggende combinatie, realiseer je je gaandeweg.

Omdat ze van goede komaf zijn en waarschijnlijk introducties bij zich hebben voor burgemeesters, predikanten, plaatselijke adel en andere notabelen maken ze niet echt kennis met alle lagen van de bevolking. Maar ze bezoeken soms wel een armenhuis en zijn daar, als we afgaan op het dagboek van Van Lennep, onder de indruk van wat ze zien aan sociale onrechtvaardigheid. In 1823 is het nieuwe Nederland pas tien jaar oud. Onder het bewind van koning Willem I, de koning-koopman, wordt hard gewerkt aan de opbouw van een industrie en aan de aanleg van wegen en kanalen. Van Lennep heeft het daar wel over, maar lang niet zo uitvoerig en hartstochtelijk als over oude kastelen, eeuwenoude eiken en sfeervolle landschappen. Het is het tijdperk van de Romantiek, een stroming waarin hij zich helemaal thuis voelt.

Voor de beide vrienden is het stevig doorstappen. De etappes zijn soms lang en vermoeiend. Als hedendaagse lezer bezorgde het boek mij juist een gevoel van onthaasting. Dat is een sensatie die wij tegenwoordig niet meer kennen, een gevoel dat sommigen van ons bewust zoeken door het maken van lange-afstandswandelingen als het Pieterpad of de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.

Voor deze uitgave maakte Marita Mathijsen een hertaling van het dagboek van Van Lennep, Geert Mak schreef een inleiding. Ook maakte hij in de zomer van 2000 de wandeling opnieuw, een onderneming die werd vastgelegd in de televisieserie ‘De zomer van 1823’. Ik herinner me dat ik daar indertijd met veel plezier naar heb gekeken. Terugbladerend in mijn leesschrift zie ik nu dat ik voor die tijd geen reisverslagen las, na die tijd juist heel vaak. Zou het kijken van televisie dan tóch een positieve invloed hebben op het lezen van boeken?

Lopen met Van Lennep. De zomer van 1823. Dagboek van zijn voetreis door Nederland / Bezorgd door Geert Mak & Marita Mathijsen 287 blz / Uitgeverij Waanders, 2000

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter