Dit jaar is het 400 jaar geleden, dat molen De Vlieger in Voorburg werd gebouwd. Dat zal in mei worden gevierd met onder andere de uitgave door de Historische Vereniging Voorburg van een boek over de geschiedenis van deze molen. Vooruitlopend op de jubileumviering vertelt molengids Wim van Horssen iedere twee weken in Vlietnieuws het een en ander over molen De Vlieger.
In de vorige aflevering in deze serie kon u lezen welke problemen moesten worden opgelost om het polderwater vrij naar de molen te laten stromen en dit eveneens vrij via de Broeksloot op de Haagse of Trekvliet te lozen. Maar niet alleen het water, ook de wind moet vrij spel hebben, wil een molen goed kunnen functioneren.
Die windvang bleek na de oplevering van molen De Vlieger in 1621 niet geweldig. Toen al na vijfentwintig jaar de balken waarop de molen rustte, verrot bleken, waardoor hij scheef was gezakt, en de hele molen moest worden opgetakeld, maakte men van de gelegenheid gebruik om hem 30 cm (een voet) te verhogen, waardoor de windvang wat werd verbeterd.
Toch bleef de wind een probleem door de hoge bomen die bij de boerderijen langs de Broeksloot stonden, met name die aan de zuidwestkant van de molen, waar de wind nogal vaak vandaan komt. Daardoor waren er regelmatig aanvaringen met buurtbewoners, omdat ze hun bomen te veel lieten doorgroeien. Deze hielden niet alleen de wind tegen, maar belemmerden ook nog eens het zicht van de molenaar op de (nu verdwenen) Westmolen. Deze molen aan de overkant van de Vliet, even ten zuiden van de Kerkbrug, gaf een sein (in de bovenste wiek een mand of vlag en ’s nachts een lamp), wanneer het water in de Vliet te hoog kwam te staan en er niet langer water uit de polders mocht worden opgepompt.
Om de eigenaren van te hoge bomen te dwingen die te snoeien of weg te halen kon het polderbestuur zich beroepen op regels over de noodzakelijke ruimte rondom molens, die al vanaf de middeleeuwen bestaan. Die vrije ruimte wordt tegenwoordig de molenbiotoop genoemd en er bestaat zelfs een formule voor om die te bepalen. Voor een poldermolen als De Vlieger resulteert die formule in de 1 op 100 regel. Dat betekent dat elke 100 meter van de molen verwijderd een obstakel één meter hoger mag zijn. Een gebouw van 10 meter hoog zou volgens die regel een kilometer van de molen moeten staan. Die ideale situatie voor de windvang heeft waarschijnlijk in Voorburg nooit bestaan
Waren enkele eeuwen de te hoge bomen die de wind in de weg stonden het grootste probleem, in de 20e eeuw werd dat vooral de bebouwing. Met name toen in de jaren zestig naast de molen een grote sporthal werd neergezet en er flats werden gebouwd, raakte De Vlieger uit het zicht en uit de wind. Daardoor kon de molen nauwelijks meer draaien. Omdat hij tegen die tijd ook al geen functie meer had voor de waterhuishouding, werd er door het gemeentebestuur zelfs aan gedacht om deze ‘sta in de weg’ maar te slopen. Iets was een groep verontruste burgers gelukkig op tijd heeft weten te voorkomen.
Om de molen zijn biotoop weer terug te geven, werd een plan ontwikkeld om hem te verhuizen. Dit plan werd in 1989 gerealiseerd met de verplaatsing van de molen van de Allard Piersonkade naar het poldergebiedje bij boerderij Essesteijn. Een spectaculair transport, dat de velen zich nog zullen herinneren.
Wie met de 100 meter regel naar de molen op zijn huidige plek kijkt, ziet al gauw dat zijn biotoop nog verre van ideaal is, maar het is er stukken beter op geworden. Bovendien staat de molen weer volop in het zicht. Wel wordt de wind bij bepaalde richtingen nog belemmerd, met name door de hoge flat aan de Rodelaan, de spoordijk van de Randstadrail en ook de bomen rond boerderij Essesteijn.
Maar de molen kan in ieder geval weer draaien, zeker wanneer hij ontkoppeld is van het waterrad en ‘in zijn vrij’ loopt. Echter alleen bij harde wind uit de juiste hoek is malen met het waterrad mogelijk. Maar dan moet de molenaar wel letterlijk alle zeilen bijzetten. Daarover vertel ik u in de volgende aflevering meer.
Afbeeldingen: Molen de Vlieger in 1968 naast het toen nieuwe sportcentrum (Foto JosPé, collectie Haags Gemeentearchief).
Molen de Vlieger nu en het flatgebouw aan de Rodelaan (Foto Wim van Horssen).