GBLV-fractieleider Frank Rozenberg wilde van B&W weten hoe de nieuwe afspraken die gemaakt zijn toen GroenLinks in september 2020 toetrad, zijn vertaald in de gemeentelijke begroting. Datzelfde vroeg hij over de doorwerking van de prioriteiten die B&W voor 2021 hebben bepaald, in de financiële huishouding. Van wethouder Jan-Willem Rouwendal (financiën) kreeg Rozenberg antwoord met als strekking: wat u vraagt krijgt u niet.
De wethouder: ‘Het coalitieakkoord VVD-CDA-PvdA-CU/SGP en de aanvullende afspraken bij de toetreding van GroenLinks aan de coalitie zijn politieke afspraken tussen fracties in de gemeenteraad. Deze documenten zijn niet door de gemeenteraad vastgesteld. En het college voert het dagelijkse bestuur van de gemeente uit binnen de kaders die door de gemeenteraad zijn vastgesteld’.
‘De bestuurlijke uitwerking van de coalitieakkoorden komt dan via beleidskaders, programma’s en meerjarenbegrotingen tot de gemeenteraad. Daarom is geen sprake van één-op-één vertaling van de coalitieakkoorden in de meerjarenbegroting. Immers, niet alle voornemens in de akkoorden vergen nieuwe financiële middelen’.
‘Dat geldt ook voor de aanvullende afspraken die afgelopen jaar gemaakt zijn. Veel politieke wijzigingen kunnen binnen bestaande kaders worden vervuld. Laatstelijk is de begroting 2021- 2024 en de daarbij behorende nota van wijzigingen de vertaling van politieke voornemens uit de coalitieakkoorden. Een verdere uiteenzetting zoals de fractie van GBLV verzoekt is daarom ook niet te geven’.




