Bij het project snippergroen, waarbij de gemeente stukjes grond van inwoners terugeist die zij zich volgens de gemeente ten onrechte hebben toegeëigend, komt het ‘vaker’ voor dat kavels verkeerd zijn uitgezet. Dat heeft wethouder Jan-Willem Rouwendal GBLV-gemeenteraadslid Nico Hooijmans laten weten in antwoorden op vragen.
Het project snippergroen loopt al sinds 2016. Het startte in de Voorburgse wijk Essesteijn. Daar leidde het tot veel juridisch gekrakeel met inwoners. Inmiddels loopt het project in de hele gemeente. Ook in Stompwijk en de Rietvink zijn er problemen. Over de gang van zaken in de Rietvink stelde Hooijmans zijn vragen. Daar loopt al twee jaar een geschil tussen bewoners van De Zwaan en de gemeente over de correcte grondpositie van de gemeente.
Volgens Rouwendal werd in 2019 gewerkt met een situatietekening ter indicatie van hetgeen vermoedelijk in gebruik is. Later werd een tekening toegestuurd met maatvoering vanaf de gevel ter verduidelijking van de situatie. Dat leidde tot verwarring dus werd de bewoners voorgelegd om een perceel te laten inmeten door een landmeter. In het najaar van 2019 volgde nog een tweede meting waarbij ook de bestaande kadastrale grens is uitgezet. Zo kon inzichtelijk gemaakt worden waar de kadastrale grens loopt en hoeveel grond er nog extra in gebruik is als tuin.
De gemeente gaat uit van de grenzen zoals die zijn uitgemeten door de landmeter ter plaatse in september 2019, aldus Rouwendal. Deze grenzen zijn gebaseerd op kaartmateriaal van het kadaster. Hij erkent echter dat de maatvoering nog altijd onderwerp van gesprek is met de bewoners.
Op de vraag of de maatvoering van de gemeente spoort met de verkoopaktes van de grond van de betrokken bewoners verwijst Rouwendal naar de gemeentelijke inventarisatie en het kaartmateriaal van het kadaster. ‘Vanuit bewoners aan De Zwaan is aangegeven dat de situatie ontstaan is bij de bouw van de woningen. Dit zou kunnen duiden op een verkeerd uitgezette kavel. Dit komt helaas vaker voor bij snippergroendossiers. Vaak is dan ook niet te herleiden hoe dit heeft kunnen gebeuren. De eigenaar van de woning wordt echter geacht bekend te zijn met de kadastrale grenzen van zijn perceel’.
‘Als bewoners op basis van notariële aktes kunnen aantonen dat zij rechtmatig eigenaar zijn van de grond dan dient dit gecorrigeerd te worden bij het kadaster. Er is voor de gemeente (tot nog toe) niet gebleken dat daarvan sprake is. De bewoners hebben tevens gesteld dat de weergave van de bebouwing op de kadastrale kaart niet klopt. De gemeente heeft daartoe een melding gedaan bij de instantie Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De uitkomst daarvan was dat het kadaster de bebouwing opnieuw heeft laten inmeten. Hieruit is gebleken dat de hoofdbebouwing is opgenomen conform de wettelijke eisen die zijn gesteld aan de BGT en er zijn geen afwijkingen geconstateerd’.
‘De gemeente ontleent haar gegevens uit het kadaster. In het kadaster worden er geen lengte- of breedtematen aangegeven in het kaartmateriaal, doch uitsluitend de oppervlakte van een perceel. Met een applicatie kan de gemeente bij benadering bekijken wat de maatvoering is. Bij de adressen aan De Zwaan lijken de woningen identiek in deze applicatie, met een breedte van ongeveer 5,4 meter, maar dit is slechts indicatief’.
