Nieuws
Wethouder zwijgt over contacten

De Haagse wethouder Anne Mulder wil geen antwoord geven op vragen over contacten tussen B&W van Den Haag en Leidschendam-Voorburg, toen tassenmaker Omar Munie een zaak wilde starten in de Mall. Dat blijkt uit antwoorden van de wethouder op vragen van het Haagse gemeenteraadslid Ralf Sluijs (Hart voor Den Haag/Groep de Mos).

De vraag luidde: ‘De tassenmaker heeft inmiddels ook een winkel betrokken in de Mall of The Netherlands in Leidschendam. Is hierover contact geweest met (vertegenwoordigers van) het college van Den Haag en dat van Leidschendam? Zo ja, wat was de aard van het contact?’ Het antwoord: ‘Hier is geen contact over geweest met het college van B&W van Den Haag. Voor het college van B&W van Leidschendam-Voorburg kunnen wij niet spreken’.

Omar Munie had een zaak aan Noordeinde 64/64A in Den Haag. Het pand, van de Rijksgebouwendienst, kwam via aankoop door de gemeente Den Haag in zijn handen. In een rechtszaak over zijn huurschuld zei Munie over het verkrijgen van dat pand: ‘Het is aan mij gegund door heel belangrijke mensen’.

Mulder zegt niet te weten op welke mensen Munie duidde. ‘De heer Munie heeft het pand reeds geruime tijd geleden doorverkocht, waarmee het pand al langere tijd niet meer in handen is van de heer Munie’. Mulder heeft aan dat Munie indertijd de aankoop van het pand financierde met een particuliere investeerder. Dat hij bij de verkoop winst heeft gemaakt laat Mulder onbesproken.

‘Het college van B&W stelt vast dat de verkoop (van het pand door de gemeente aan Munie, red.) meer stof doen heeft opwaaien dan ten tijde van het besluit daarover kon worden voorzien. Of het college van B&W met de kennis van nu wellicht een ander besluit daarover zou hebben genomen, acht het college van B&W thans niet relevant. De verkoop heeft plaatsgehad en de gemeente heeft daarbij geheel binnen haar bevoegdheden gehandeld’, aldus Mulder.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com