Den Haag wil met de buurgemeenten waaronder Leidschendam-Voorburg één compleet aanbod van woon- en werkmilieus, voorzieningen en recreatiemogelijkheden realiseren. B&W van de Hofstad spreken daarbij over concrete programmatische afstemming, gemeentegrens overstijgende gebiedsontwikkelingen en regionale verkeersverbindingen.

Dat staat in het Ambititiedocument Omgevingsvisie Den Haag 2050 dat B&W van Den Haag hebben uitgebracht. De Omgevingsvisie is nodig om grond van de nieuwe Omgevingswet die komend jaar ingaat.

Den Haag wil relaties leggen met ‘haar regio’ en verschillende ruimtelijke systemen integreren. ‘Den Haag ziet zichzelf namelijk als onderdeel van een samenhangende regio. Deze stads overstijgende blik is ook nodig, omdat Den Haag meer en meer onderdeel uitmaakt van een uitdijende stedelijke regio, waarbij ook de (maatschappelijke) vraagstukken in de fysieke leefomgeving reiken tot over de grenzen van de stad’, zo staat in het stuk.

Concreet noemen B&W het omgevingsveiligheid; het voorkomen van wateroverlast; de woningbouw; natuurgebieden en de stikstofproblematiek; afstemming over kantorenlocaties en bedrijventerreinen; spreiding van maatschappelijke en culturele voorzieningen; regionale bereikbaarheid.

‘Deze wederzijdse afhankelijkheden vragen om het intensiveren van de samenwerking en coördinatie met de regio. De eerste omgevingsvisie voor Den Haag omvat een visie voor de stad zélf en biedt daarnaast een basis voor samenwerking met omliggende gemeenten. Specifiek richten we onze samenwerking op de buurgemeenten, inclusief Leiden, Delft en Zoetermeer. Dat is namelijk het schaalniveau wat in feite één samenhangend stedelijk gebied vormt’.

‘Een regionale omgevingsvisie is op dit moment niet een gewenste en haalbare ambitie. Wel zal de omgevingsvisie een samenwerkingsstrategie bevatten die regionaal afgestemde doelen beschrijft, zodat er een consistent, integraal beleid wordt gevoerd. We beginnen met het gezamenlijk oppakken van een aantal onderwerpen met onze regiopartners’.

Inzake de woningbouw stellen B&W van Den Haag dat de nieuwbouwbehoefte aan groen-stedelijke milieus vooral buiten Den Haag gerealiseerd moet worden. ‘Den Haag maakt regionaal afspraken over woningbouwprogrammering met aandacht voor zowel de totale woningvoorraadontwikkeling als voor de ontwikkeling van betaalbare woningvoorraad, zoals sociale huurwoningen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van goedkope woningen over de verschillende regiogemeenten’.

Op economisch vlak richt Den Haag zich op versterking van de Nederlandse economische toplocaties, waaronder het CID (driehoek stations HS, CS, Laan van Nieuw Oost Indië, red.). ‘Naast economische toplocaties is er ook afstemming nodig over mogelijke transformatie van bedrijventerreinen in de regio. Afstemming en gezamenlijk onderzoek blijft nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte voor bedrijvigheid blijft’.

Bij het onderwerp mobiliteit stellen B&W van Den Haag: ‘Dat gaat niet alleen om infrastructuur, maar juist om de verwevenheid met andere opgaven zoals verdichting (woningbouw binnen de bebouwde kom, red.), openbare ruimte, mobiliteitstransitie (minder auto) en de milieuconsequenties’. In de Omgevingsvisie ‘moeten ook de netwerken van voetganger, fiets, openbaar vervoer, auto, ketens en knooppunten een plek krijgen, die veelal gemeentegrens overstijgend zijn’.

Het Haagse stadsbestuur wijst verder op de grootschalige investeringen in openbaar vervoer (Schaalsprong OV) ‘gericht op het beter verbinden van de Scheveningse kust/Internationale Zone en Den Haag Zuidwest/ Westland met de regio’.

‘Met deze schaalsprong is het mogelijk verschillende arbeidsmarkten met elkaar te verbinden en creëren we draagvlak voor verdere stedelijke verdichting. Door de investeringen in de schaalsprong proberen we tegelijkertijd de automobiliteit terug te dringen waardoor gezonde vormen van mobiliteit aan terrein kunnen winnen (lopen en fietsen) en de stedelijke leefomgevingskwaliteiten versterkt worden. Dit is nadrukkelijk niet alleen een opgave voor Den Haag. Het is ook een opgave van de regio’.