De Vlietdagen zijn verleden tijd. Eindelijk. Na zestien jaar ploeteren is er een einde gekomen aan een tweedaags weekeindefestival dat eigenlijk niets voorstelde. Ook al beweerde menig wethouder dat het evenement een regionale uitstraling had.
De bedoelingen waren goed: twee dagen feest in Leidschendam en Voorburg, mede als teken van verbondenheid van beide kernen. Stompwijk werd, bewust, buiten gesloten. In eerste instantie organiseerde een Leidschendamse stichting het geheel, de laatste tijd het Haagse DB Aktiviteiten/Evenementen.
Dat bedrijf werd ingehuurd omdat de gemeente geen rol voor zichzelf zag weggelegd bij de organisatie nadat de stichting aan de kant was geschoven. Dit vanwege, ook toen al, ontevredenheid over opzet en inhoud van de Vlietdagen.
DB startte voortvarend, mede door een dikke subsidie van de gemeente die opliep tot 180.000 euro. De Vlietdagen werden zelfs driedaags: vrijdagavond werd er bij getrokken. De inhoud wijzigde echter nauwelijks. Muziek, wat activiteiten op het water, een braderie, zaken die ondernemers zelf organiseerden, een stadsontbijt aangeboden door B&W. Plus nog wat zaken die eigenlijk niets met Vlietdagen te maken hadden maar plots onder die noemer werden geschoven om het geheel aan te dikken.
Kreeg de gemeenteraad lange tijd keurige evaluaties, de laatste jaren zijn die niet meer verschenen. Op het Raadhuis hield men die intern. Ook over de hoogte van de subsidie en de besteding ervan kreeg de gemeenteraad geen informatie. Een debat over het geheel werd in die gemeenteraad niet gevoerd. Kennelijk ongewenst.
In 2020 en 2021 noopte corona tot een nog verdere devaluatie van het gebeuren. Waarbij kennelijk tegelijk de gedachte opkwam er maar helemaal mee te stoppen. Hetgeen geschiedt.
In plaats van de Vlietdagen gaan de ondernemers in het Damcentrum Leidschendam en Huygenskwartier Voorburg nu zelf een feestje organiseren. Afgestemd op hun wensen en behoeften. Met elk 35.000 euro subsidie van de gemeente op zak.
Waarom ondernemers geld van de gemeente moeten krijgen voor een commerciële activiteit blijft een raadsel. De ondernemersverenigingen in beide winkelgebieden krijgen immers al elk een ton per jaar. Het zal wel aan de VVD-wethouder liggen die over het geheel gaat.
Rest nog wel één vraag: hoezo worden de inwoners van Leidschendam-Voorburg niet bevraagd wat die nou eigenlijk zouden willen? Vlietdagen was toch ook voor hen? Als de belangstelling daar voor er kennelijk niet meer is, zou het toch logisch zijn de bewoners te vragen waar ze dan wel behoefte aan hebben. Maar dat is kennelijk te veel moeite. Of niet commercieel genoeg.