‘Het gemeente bestuur roept al jaren dat we slimme verkeerslichten krijgen rondom de Mall. En dat die samen met ‘smart mobility’ een deel van de verkeersproblemen rondom de Mall zullen oplossen. Dit culmineerde vorige week in interviews bij het AD en de Telegraaf. Daarin werd de domme chauffeur geïntroduceerd.

Mijn vraag is simpel. Wie is er nu dom? Het stoplicht dat een volledige groencyclus start, terwijl iedereen kan zien er geen ruimte op de kruising is. Of is de automobilist dom die zegt ik doe het zelf wel en zie wel hoe ik de kruising overkom.

Voor mij is het stoplicht dom. En vanaf nu zal ik het fenomeen dan ook consequent ‘verbonden stoplichten’ noemen (geen verkeerslichten, geen VRI, gewoon stoplichten). De slimmigheid zit ergens anders, namelijk in de mensen van het Operationeel Mobiliteitscentrum. Die bepalen in welke situatie, wat het beste gedaan kan worden. En zelfs dat lukt niet als het druk is. Daarvoor is wel nodig dat de stoplichten verbonden en bereikbaar zijn.

Wat zie ik als slim? Bijvoorbeeld een stoplicht dat ‘kijkt’ en in een soort druppelmode springt (bij groen 2 auto’) als er geen ruimte op de kruising is. Dat levert iets minder doorstroom op voor vertrekkend verkeer vanuit de Mall-garage. Maar wij bewoners willen toch ook kunnen doorrijden? En slim is als de stoplichten de kruisingen in stille tijden (die zijn er volop) volledig laat gebruikt. Kijk maar eens bij het ziekenhuis/Heuvelweg/Banninglaan: Het lijkt daar het alsof het hoogste doel van de stoplichten is de kruising zoveel mogelijk leeg te houden! Gevolg zeer lange wachttijden op een kruising die leeg is.

En nu ik toch schrijf: laten we niet de fout maken bij de ondertunneling. Roepen en wachten op de ondertunneling van de N14. Dat lost alles op. Maar er is zoveel veranderd rondom de Mall dat het gesprek met Rijkswaterstaat geopend moet worden, ook al is er een additioneel probleem stikstof oxides’.

(Dick Fikkert)