Het begrip ‘inspraak’, tegenwoordig burgerparticipatie genoemd, bestaat al vele jaren. Toch blijkt telkens weer hoe moeilijk gemeentebesturen en hun ambtenaren het daarmee hebben.
Dat bleek dezer dagen weer eens bij twee gemeentelijke plannen. Ten eerste een idee van de directie van Museum Swaensteyn om in Park Arentsburgh (Voorburg-West) een nep Romeinse waterput (putfolly) te gaan neerzetten. Gekoppeld aan een systeem van waterbubbels waardoor in een nabijgelegen vijver de contouren van een Romeins badhuis zichtbaar werden.
Beide items dienden om het Romeinse verleden van deze plek – hier lag ooit de Romeinse stad Forum Hadriani – beter over het voetlicht te brengen.
De museumtop werkte een plan uit – Masterplan Romeinen aan de Vliet 2018 – en ging daar de boer mee op. De gemeente en de provincie reageerden enthousiast. Gaven subsidies voor de uitvoering ervan.
Omwonenden werd niets gevraagd. Ze werden nergens bij betrokken. Op een informatieavond in november 2021 waren alleen een handvol genodigden en direct betrokkenen aanwezig.
Nu de vergunningen zijn aangevraagd, staan omwonenden op hun achterste benen en vragen gemeenteraadsleden zich wanhopig af waarom zij nergens bij betrokken werden.
Ten tweede het voornemen het Voorburgse park Vreugd en Rust terug te brengen naar de vorm zoals die ooit bedacht werd landschapsarchitect J.D. Zocher. De Stichting Mooi Voorburg kwam al voor corona opdook met dat idee.
Ook hier werd een plan gemaakt waarmee de Stichting vervolgens de gemeente en de provincie ‘bewerkte’. En net als bij Park Arentsburgh gebeurde, gingen beide overheden mee in de euforie. De beurzen werden getrokken.
Omwonenden en gebruikers van het park werd niets gevraagd. Zij stonden buitenspel, net als de gemeenteraad. Ook hier zijn de vergunningen inmiddels aangevraagd en staan de werken op het punt te beginnen.
En nu? Het Romeinse project in Voorburg-West zal opnieuw worden bekeken. Er komt een beraad tussen omwonenden, wethouders en de top van Huygens Hofwijck waar Museum Swaensteyn inmiddels onderdeel van is geworden.
Voor Vreugd en Rust heeft de gemeente de plannen nu plots ter inzage gelegd. Eenieder kan tot 2 november op- en aanmerkingen maken. Speciaal voor de gelegenheid worden er twee wandelingen door het park georganiseerd.
Feit is dat het in beide gevallen bij de plannenmakerij ging om particulieren die voor zichzelf een ‘nuttig’ project hebben uitgedacht. Mede om hun eigen bestaansrecht te rechtvaardigen. In het eerste geval de directie van Museum Swaensteyn, in het tweede de bestuursleden van Mooi Voorburg.
Deze mensen representeren niemand, alleen zichzelf. En dat doen ze kennelijk met een zodanige overtuigingskracht dat ambtenaren en bestuurders van de provincie en de gemeente in hun visioenen, liever gezegd fata morgana’s, meegaan.
Waarom gaan die erin mee? Omdat ze het mooi vinden dat ‘vrijwilligers’ deze projecten oppakken en omdat ze er zelf ‘beter’ van worden (Zuid-Holland en de gemeente worden mooier en aantrekkelijker, zo luidt de drogreden).
Omdat het in beide gevallen om activiteiten op gemeentegrond gaat dachten ze op het Raadhuis kennelijk dat ze hun gang konden gaan. In stilte, zonder betrokkenheid van gemeenteraad of inwoners. Inspraak/burgerparticipatie werden ‘strategisch’ vergeten.
Dat er tot nu toe geen gemeenteraadslid is geweest dat aan de bel heeft getrokken, is ook veelzeggend. Er is de afgelopen jaren toch genoeg publiciteit geweest over beide projecten. Wilde men de eigen vriendjes en vriendinnetjes niet voor het hoofd stoten? Of was het ‘bedrijfsblindheid’?
‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ luidt het gezegde. Wijze woorden in beide gevallen. Op megalomane projecten zit niemand te wachten, zeker niet in deze onzekere tijden die menigeen tot wanhoop drijven. De vele honderdduizenden euro’s kunnen wel beter besteed worden. Bijvoorbeeld aan een energietoeslag, aan voedselbanken en/of armoedebestrijding.
En wat die inspraak/burgerparticipatie betreft, dat die nu alsnog hals over kop wordt georganiseerd bewijst wel dat betrokkenen boter op hun hoofd hebben. Veel aan de plannen veranderen zal het niet. Meer iets van ‘redden wat er te redden valt’.
Conclusie: nooit meer doen zo.