De lofzangen zijn al aangeheven: gedreven, heldere communicatie, gevoel voor humor, authentiek, verbindend, passievol, harde werker, heeft zelfkennis, warm, benaderbaar, heeft luisterend oor, stevig, strategisch denker, bestuurlijke ervaring, boegbeeld.
Wie het allemaal op zich in laat werken moet haast wel denken dat Leidschendam-Voorburg met Martijn Vroom als nieuwe burgemeester de verlosser heeft binnengehaald. Degene die de gemeente in zijn eentje opstuwt in de vaart der volkeren. Een plek geeft in de regio en daar buiten.
Nu zijn loftuitingen bij dit soort benoemingen gebruikelijk. Niemand gaat er immers mee te koop lopen dat voor een kneus is gekozen. Bij de benoeming van Klaas Tigelaar in 2016 klonken gelijke klanken. Na zijn plotse vertrek in het najaar van 2021 heeft niemand het meer over deze burgemeester. Hij paste op de winkel, meer was het niet.
Opvallend genoeg komt Martijn Vroom uit dezelfde hoek als Tigelaar: beiden zijn gereformeerde protestanten. En beiden waren voordat ze in Leidschendam-Voorburg burgemeester werden, in zo’n zelfde functie actief in de Bijbelgordel: Tigelaar in Oud Beijerland, Vroom in Krimpen aan den IJssel.
Nog een overeenstemming: Oud-Beijerland heeft 25.000 inwoners, Krimpen 29.000. Twee plaatsen onder de rook van Rotterdam, doch wel platteland. Leidschendam-Voorburg daarentegen ligt met 76.500 inwoners middenin de stedelijke Randstad, in de oksel van het grote, en machtige, Den Haag. Dat is wel andere koek.
In tegenstelling tot Tigelaar (ChristenUnie) verkeert Vroom in het CDA. Tigelaar was een compromiskandidaat. De twee grootste partijen, VVD en GBLV, werden het niet eens; de andere partijen in de gemeenteraad stonden op verlies. Dus werd gekozen voor iemand uit de kring van de kleinste partij in de gemeenteraad: ChristenUnie met één zetel. Je moest toch wat.
Met een liberale coalitie aan de macht in het Raadhuis (VVD, GBLV en D66) leek de keuze voor een liberale burgemeester nu voor de hand liggend. Maar ook nu waren er kennelijk blokkades waardoor een CDA’er uit de bus kwam. Niet eens de grootste oppositiepartij in de gemeenteraad. En eerste CDA-burgemeester van Leidschendam-Voorburg (gevormd op 1 januari 2002). Daarvoor kende alleen Leidschendam een CDA-burgemeester: Willem de Vreeze (1980-1997). Voorburg was sinds 1959 ‘VVD-land’.
Op 6 maart 2023 start Martijn Vroom pas echt. Dan wordt hij geïnstalleerd en wordt van hem ‘een vliegende start’ verwacht, om de woorden van de voorzitter van de vertrouwenscommissie uit de gemeenteraad, Wouter Jorissen, te gebruiken.
Jorissen ging nog verder. Met Martijn Vroom kiest Leidschendam-Voorburg ‘richting’, zo stelde hij. Dat houdt tegelijk in dat de colleges van B&W die tot nu toe aan de macht waren, en zijn, eigenlijk niet wisten wat te doen. Men bezet de stoelen in het Raadhuis en dat is het dan. Een brevet van onvermogen.
‘We gaan stappen zetten in de regio’, zo orakelde Jorissen verder in zijn betoog over Martijn Vrooms benoeming. Met andere woorden: ons te weer stellen tegen ‘Den Haag’ en alle plannen die men daar zelfstandig of met anderen (rijk, provincie) uitbroedt. Alweer: kennelijk is dat tot nu toe niet gedaan. Nogmaals een brevet van onvermogen.
Martijn Vroom moet ‘veiligheid’ vorm gaan geven. Alsof Leidschendam-Voorburg zo’n onveilige gemeente is. Aanwijzingen daarvoor zijn er niet, tenzij die gegevens voor de inwoners worden verzwegen. Indien dat zo is, ook dan een brevet van onvermogen.
Tenslotte, zo Jorissen, moet de nieuwe burgemeester gaan zorgen voor een cultuurverandering binnen het bestuur en de gemeentelijke organisatie (lees: de ambtenaren). Daarbij handelt het met name om burgerparticipatie in de beleids- en besluitvorming om zo het vertrouwen in de lokale politiek te herstellen.
Onder Klaas Tigelaar is er alleen over burgerparticipatie gepraat. Los van vergaderingen over dat onderwerp en het produceren van stukken, is er in de praktijk niets gebeurd. Nog zo’n brevet van onvermogen.
Hoe dan ook, de verwachtingen ten aanzien van Martijn Vroom zijn, mede gebaseerd op bijna tien jaar lokale stilstand, hoog gespannen. Te hoog? Dat zal in de loop der tijd blijken. Realiteitszin is bij veel politici ver te zoeken. Idealen gaan voor ‘blijf met beide benen op de grond staan’. Terwijl die nuchterheid en realiteitszin de mens vaak veel verder helpt.
Hopelijk weet Martijn Vroom dat ook. En weet hij ook de gemeenteraad zelf aan het werk te krijgen. Jorissen sprak over het ‘uitdagen’ tot ‘heldere en kwalitatieve besluiten’. Een diskwalificatie van de gemeenteraad zelf. U raadt het al: het vijfde brevet van onvermogen.
Probleem voor de nieuwe burgemeester: onvermogen betekent dat je het niet kunt. En daar valt met ‘verlossing’ ook niet zo veel aan te doen.