Koffers met geld voor Europarlementariërs, de affaires van oud VVD-senator Van Rey in Roermond, De Mos in Den Haag, netwerken met Sywert van Lienden, diverse bouwfraude affaires et cetera. Is dit het publicitaire topje van de ijsberg? Via omkoping, bedreiging, frauduleus handelen, dreigen met claims en juridische procedures, blaming en shaming en vele andere middelen wordt oneigenlijk invloed en macht uitgeoefend op individuen en organisaties.
Onlangs (Proefschrift van Willeke Slingerland, Universiteit van Amsterdam, 2018) is aan dit fenomeen een nieuwe dimensie toegevoegd: netwerkcorruptie. Een omschrijving hiervan luidt: op basis van het netwerk waartoe men behoort, toestaan dat oneigenlijke belangen, besluitvorming beïnvloeden ten koste van het algemeen belang. Dit ontstaat wanneer binnen een exclusieve groep loyaliteit, solidariteit en wederkerigheid de norm worden.
Deze netwerken zijn gesloten en zichzelf bevestigend. Kritiek en niet-ledenbelangen worden op voorhand uitgesloten en onder andere met democratische bevoegdheden door andere netwerkleden, procedures en juristen gepareerd. Deelname aan een dergelijk netwerk leidt dan tot vele voordelen in vele vormen: toekennen van commerciële opdrachten aan steeds dezelfde partijen, vergunningverlening voor eigen belang projecten ten koste van andere belanghebbenden en op kosten van het algemeen belang, vaste subsidiestromen, aanbestedingsvoordelen, toedekken van fouten, delen van strategische informatie, vooraf in beslotenheid afspraken maken en toezeggingen doen en dergelijke.
Deze zichzelf bevestigende netwerken zijn toch niets nieuws en bestaan toch al eeuwen? Kijk naar de oude zuilen, het old boys/girls netwerk. Klopt. Maar nu is er wel een dimensie bijgekomen in onze netwerksamenleving waar steeds meer opgeld doet: niet wie je bent maar wie je kent.
Daarnaast is er de toenemende vermenging van publieke en private netwerken en de wederzijdse afhankelijkheid. Marktpartijen willen vanuit commercieel belang de overheid als klant of de noodzakelijke vergunningen en de overheid wil toch haar plannen realiseren. Ook veel burgemeesters, wethouders, gemeenteraadsleden, ambtenaren zitten in vele netwerken zoals serviceclubs, verenigingen, politieke partijen. En dienen zich overal te houden aan kernwaarden als integriteit, transparantie en verantwoording afleggen van hun gedrag.
Netwerken van politiek en bedrijfsleven zijn op zich niet crimineel maar kunnen een broedplaats voor netwerkcorruptie vormen. Men kent elkaar persoonlijk, hoort bij dezelfde club, spreekt al jaren elkaars taal, fêteert en sponsort elkaar en preferente diensten aanbieden en wederkerigheid liggen op de loer. Zeker ledennetwerken van politieke partijen die al jaren in de coalitie / regering zitten en zich afficheren met het bedrijfsleven zoals de VVD zijn kwetsbaar voor netwerkcorruptie. Hetgeen ook blijkt uit de structureel hoge score met betrekking tot integriteitsincidenten op de Integriteitsindex van Transparency International Nederland.
Zeker bestuurders en politieke functionarissen worden geacht het collectief belang en burgerbelang voorop te stellen en niet het eigen belang uit netwerk of vriendendienstcultuur. Vanuit de marktsector kan in algemene zin gesteld worden dat wanneer het eigen belang voor het bedrijf groter wordt, de investering groeit om aan belangenbehartiging, lobby of netwerk beïnvloeding te doen. Zeker op lokaal niveau zijn bouwbedrijven, projectontwikkelaars en van overheidssubsidie/opdrachten afhankelijke organisaties actief in diverse (ook politieke leden) netwerken.
Het moge duidelijk zijn dat dit oneigenlijke en voor de politiek, samenleving en burgers nadelige fenomeen nagenoeg onzichtbaar en uiterst moeilijk grijpbaar is. De huidige ad-hoc maatregelen bij de Tweede Kamer gebaseerd op het integriteitsbeginsel (waar onder de eed) en wat spelregels als een lobbyregister, lobby verbod voor oud-politici, sponsoren overzicht, geen pasje voor wandelgangen, zetten zelfs landelijk niet echt zoden aan de dijk.
Op lokaal niveau speelt netwerkcorruptie zeker ook. En met verstrekkende gevolgen. Zo stelde de waarnemend burgemeester van Wassenaar dat cliëntisme, met haar één op één vriendendiensten en het gebrek aan zelfreflectie binnen de gemeente verantwoordelijk waren voor de verziekte bestuurscultuur.
Echter een overall beeld van het probleem ontbreekt en slechts excessen ofwel het topje van de ijsberg wordt bekend. Er zijn wel wat algemene regels maar geen verantwoording door gebrek aan transparantie bij gemeenten, richtlijnen hoe bestuurders en ambtenaren met lokale lobbyisten en netwerktijgers om moeten gaan ontbreken en sancties of strafprocedure zijn een uitzondering.
Dus: grote (eigen) belangen – weinig regels – lage kans op vervolging – minimale pakkans – lage kans op straf. Een lucratieve ‘investering’ dus waarbij er geen enkele ‘prikkel’ is om ervan weg te blijven. Een maatschappelijk probleem dat meer inzicht en aandacht verdient. De redactie van Vlietnieuws en Rob van Engelenburg zijn benieuwd naar uw reactie op dit artikel en naar eventuele voorbeelden uit Leidschendam–Voorburg die u kunt noemen info&vlietnieuws.nl (illustratie Stichting beroepseer)
(Rob van Engelenburg, columnist Vlietnieuws)