Arrogantie van de macht is een bekende kreet. Arrogantie betekent zoveel als verwaandheid. In politieke zin is arrogantie van de macht een aanduiding van politici die denken dat ze onaantastbaar zijn en zich dus alles kunnen veroorloven.
Onlangs wilde het SP-gemeenteraadslid Ed van der Schaft in het vragenuur van de gemeenteraad GBLV-wethouder Bianca Bremer aan de tand voelen over de zogenoemde Crisis- en herstelwet.
Dit naar aanleiding van een brief die Bremer de gemeenteraad had gezonden. Zij wil met die wet gaan experimenteren in de hele gemeente. Op die manier zouden bestemmingsplannen en wijzigingen daarvan toch behandeld kunnen worden, in plaats van te moeten wachten op een nieuwe Omgevingswet waarvan het kabinet de invoering almaar uitstelt.
De wet is bedoeld om infrastructurele projecten, dus ook woningbouw, te versnellen. Procedures zijn korter dan normaal; het aantal benodigde vergunningen is minder.
De SP’er vertrouwde het allemaal niet. Zoals de regels van de gemeenteraad voorschrijven stelde hij minstens 12 uur voor de gemeenteraad zou beginnen – in dit geval zo’n 30 uur eerder – vragen aan Bremer. Zij kon zich zo voorbereiden op de beantwoording in de gemeenteraad zelf.
Maar daar bleek mevrouw de wethouder geen zin in te hebben. Het was ‘te kort dag’ om die antwoorden voor te bereiden. Dus zouden de vragen, zo Bremer, schriftelijk beantwoord gaan worden. Daar staat normaliter een maand voor.
Ed van der Schaft, enig raadslid van de SP, was des duivels. De wethouder had immers zelf aangegeven de wet te willen gaan gebruiken. Dus zou ze toch wel weten wat die wet inhoudt en hoe ze die zou willen gaan gebruiken, zo argumenteerde hij.
De griffie, het secretariaat van de gemeenteraad, zette de mondelinge vragen echter klakkeloos om in schriftelijke. Daarbij werd erop gewezen dat het reglement ook bepaalt dat zulks kan en mag indien B&W gemotiveerd aangeven dat mondelinge beantwoording onmogelijk is.
Is ‘te kort dag’ een motivering? Klinkt eerder als onwil. Zeker in de wetenschap dat nergens staat hoe de vragen beantwoord moeten worden, globaal of en detail, en ook ambtenaren ‘s nachts kunnen door werken.
De SP’er (een éénmansfractie) kreeg ook geen enkele steun vanuit de andere fracties in de gemeenteraad: coalitie of oppositie, groot of klein. Zij lieten hem ‘zwemmen’. En zo kwam de wethouder ermee weg. Arrogantie van de macht.
Nu wordt de griffie geacht voor de gemeenteraad te werken. Dus waarom men daar soepel mee ging in Bremers’ stellingname is nog een ander discussiepunt.
Dat de positie van éénmansfracties in de gemeenteraad zwak is, blijkt ook uit het volgende voorbeeld. Ze zijn niet vertegenwoordigd in het presidium van de gemeenteraad: een overlegorgaan tussen burgemeester, griffier en vertegenwoordigers van de fracties in de raad.
Het presidium bepaalt onder andere de agenda’s van vergaderingen, te bespreken stukken en spreektijden. Eénmans fracties hebben zo geen mogelijkheden hun wensen in te brengen. Formeel kunnen ze bij de start van een vergadering alsnog een verzoek doen, doch als het presidium al heeft besloten met instemming van alle andere fracties is dat een kansloze missie.
Zelfs het feit dat er op agenda’s hamerstukken staan terwijl dat begrip in de reglementen niet voor komt, heeft degenen die aan de touwtjes trekken er nog niet toe gebracht het systeem aan te passen. Zoals gezegd: arrogantie van de macht.