Dutch Lake Residence (DLR), ontwikkelaar voor de bouw van 222 recreatiewoningen, parkeerplaatsen en een grondwal, heeft een gevraagde ontheffing voor bepalingen in de Wet natuurbescherming (WNB) ingetrokken. Dat heeft de Bomenbond Rijnland bekend gemaakt.
De Bomenbond wilde de relevante stukken inzien en deed een beroep op de Wet open overheid (WOO). De ontheffing was in 2021 en 2022 aangevraagd. DLR trachtte bij Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland openbaarmaking van de stukken te voorkomen. Tijdens een hoorzitting maakte DLR echter bekend de vergunningaanvraag te hebben ingetrokken. De Omgevingsdienst Haaglanden moest alle stukken vernietigen. GS ging daar niet in mee.
Volgens de Bomenbond blijkt uit de oorspronkelijke vergunningaanvraag dat er een grote rijkdom aan te beschermen natuur in Vlietland Noord aanwezig is. Aan de andere kant blijken de door DLR voorgestelde maatregelen in de activiteitenplannen om de in het gebied voorkomende soorten te beschermen, ‘ontoereikend en boterzacht’, aldus de Bomenbond.
DLR heeft de ontheffingsverzoeken weliswaar ingetrokken, aldus de Bomenbond, maar de plannen voor het recreatiewoningenpark zijn niet van de baan. Dat geldt ook voor de grondwal, al zou die erde eerstkomende vijf jaar niet komen. De Bomenbond verwacht dat DLR snel nieuwe ontheffingsverzoeken WNB gaan indienen bij de Omgevingsdienst voor de aanleg van het recreatiewoningenpark en mogelijk ook voor een tijdelijk alternatief voor de grondwal.
Uit de stukken haalde de Bomenbond het volgende:
= In Vlietland Noord staan 8021 bomen. Het betreft alleen bomen met een stamdiameter hebben van 10 cm of dikker. Er staan dus nog meer bomen. DLR wil er 2800 kappen ten behoeve van de te bouwen woningen en nog eens 1740 voor de aanleg van grondwallen. De kap zou in één keer moeten plaatsvinden. Omdat met de kap van alle bomen essentieel leefgebied voor vleermuizen verloren zou gaan, heeft DLR bedacht om bomen van verschillende leeftijden te verplanten in tijdelijke bakken die de functie van essentieel foerageergebied zouden overnemen,
= De meeste bomen verkeren in redelijke tot goede staat. DLR doet echter voorkomen alsof de bomen de weg moeten voor de woningen in slechte staat verkeren,
= In het gebied zitten grote aantallen vleermuizen. DLR meent dat de bomen die in tijdelijke bakken worden geplant een ‘goede tijdelijke oplossing’ is. ‘De bakken met bomen zullen pas worden verwijderd als binnen het plangebied voldoende essentieel foerageergebied is aangeplant en volgroeid is’. In de nieuw te bouwen huizen zullen nestkasten worden geplaatst voor vleermuizen, spreeuwen, huismussen en gierzwaluwen. In de grondwal komt een vleermuizenbunker,
= Uit onderzoek van het bureau Ecoresult blijkt dat binnen het plangebied van de grondwal grondgebonden zoogdiersoorten voorkomen: twee soorten marters, bunzing en steenmarter, vos, haas, konijn, bosmuis, rosse woelmuis. DLR wil dat opvangen door een konijnenburcht in de grondwal,
= Onderzoek van het bureau Ecoresult wijst uit dat op 60 meter afstand van de geprojecteerde grondwal, een nest van een boomvalk is aangetroffen. Verder is binnen het plangebied een rust- en verblijfplaats van een bosuil aanwezig. Buizerds zijn waargenomen, net als een havik. Die laatste heeft er ook een nest. DLR wil nieuw groen op de grondwal aanleggen en twee nestkasten voor de bosuil ophangen.
DLR stelt in een brief aan de Omgevingsdienst Haaglanden dat het gebied geen hoge natuurwaarde heeft. ‘De Bomenbond Rijnland ziet die natuurwaarde wel degelijk. Die natuurwaarde is vooral verbonden met de aanwezigheid van grote en oude bomen en van aaneengesloten bos. De functie die de huidige bomen vervullen zijn voor de dieren die daarvan gebruik maken niet te vervangen door tijdelijk bomen in bakken te plaatsen, hier en daar jonge boompjes te planten en met nestkasten’.
‘De activiteitenplannen voor het recreatievillapark tonen aan dat het gehele gebied voor langere tijd ontwricht zal worden. Uit de plannen blijkt dat het de bedoeling is dat alle bomen in het gebied worden gekapt, al het struweel wordt verwijderd, alle grasvelden met ligweides worden verwijderd, grond wordt afgegraven en een gigantische hoeveelheid vervuilde grond van elders wordt opgebracht’.
‘Het is moeilijk voor te stellen dat met magere tijdelijke maatregelen zoals verplante kleine bomen in bakken, of het tijdens de werkzaamheden afschermen van bouwlicht met doeken of met het plaatsen van nestkasten de vele aanwezige dieren daadwerkelijk worden beschermd. Samen met de grond en het groen verdwijnt dan ook de rest van de natuur in Vlietland voor zeer lange tijd. Een rampzalig scenario vanuit natuurperspectief’.