‘Onlangs ging ik naar de Mall. Ik hoor u al zeggen: ,,Dat had je niet moeten doen.’’ Dat is helemaal waar, en mijn omgeving heeft me dat ook gezegd. Maar ja, het alternatief was om op de laat 20e eeuwse trapfiets (ze zijn er nog!) helemaal naar de verre kant van Rijswijk te fietsen. Dat was me wat te gortig. Eenmaal in de Mall heb ik de gezochte winkel helaas niet meer kunnen vinden. Verhuisd of verdwenen? Ook de ondernemers die ik het vroeg wisten het niet te vertellen. Het is nu eenmaal een onpersoonlijke omgeving. Maar daar gaat het me hier niet om.
Op de terugreis stond ik even stil bij de verkeerssituatie. Dat moest ook wel, want ik kon er niet langs. Het was wel een goede gelegenheid om in detail te kijken naar wat er gebeurde. Ik wist niet wat ik zag.
Rijen breed auto’s die soms door de rode stoplichten rijden. Een boel herrie, optrekken met loeiende motoren, hard remmen en stank. Want de auto’s konden niet echt soepel verder. Er stonden meestal een boel wagens voor en die konden ook niet verder. Daartussen twee handhavers of verkeersregelaars. Op 10 meter achter elkaar. De verkeersmensen met een gele trui werkten gevaarlijk langs elkaar heen. De één zwaaide wat naar links en de ander, kort erachter, zwaaide wat naar rechts. Signaalgebaren om door te rijden mengden ook met rode verkeerslichten. En omgekeerd. Dat geeft verwarring en onzekerheid en het resultaat laat zich raden.
Twee automobilisten raakten in de war en reden rechtdoor. Dat die mensen niet af en toe door de lucht vliegen is een wonder. Een bestuurster, zelf mogelijk ook geschrokken, stapte uit en gaf luid haar mening over de situatie. Ik kon het niet horen, maar de gebarentaal was duidelijk genoeg. Er waren meer benarde situaties: ik zag een wagen door zijn rode verkeerslicht gaan en scherp rechts afslaan, daarbij een andere wagen afsnijdend. Op het parkeerterrein rijden de meesten rustig, maar een enkeling reageert daar meteen zijn ergernis af. Er is vlakbij een politiebureau maar daar gebeurt niets zichtbaars.
Ik weet niet of de foto het een voldoende beeld geeft; ik denk dat een film beter recht doet.
Misschien wordt het tijd dat de burgemeester, als verantwoordelijke voor veiligheid en orde, een inhoudelijke actie onderneemt. Met de opmerking dat we nu eenmaal door moeten ontwikkelen, of dat het wel meevalt, kan de samenleving toch moeilijk genoegen blijven nemen’.
(P. Baak)