Nieuws
De Vondst van de Week (35): een kogelpot

In 1997 en 1998 heeft de archeologische werkgroep een terrein ter hoogte van Westeinde 112-130 aan de Vliet opgegraven. Daarbij werd een geheel onbeschadigde kogelpot gevonden. De pot is kogelrond en heeft een korte opstaande rand. Afgaande op die rand is de pot gemaakt in de tweede helft van de 12e of de eerste helft van de 13e eeuw.

De eerste kogelpot verscheen in het Nederlandse kustgebied rond 700, waarna deze gedurende bijna zes eeuwen het meeste gebruikte aardewerktype is geweest.

De bewoners van het kustgebied waren in die tijd zelfvoorzienend. Ze leefden van de opbrengst van hun eigen akkers en vee, en bouwden zelf hun huizen. Ook bakten ze hun eigen potten.

De potten werden gemaakt van lokaal gewonnen klei vermengd met zand. Ze werden in een ruwe vorm geboetseerd en vervolgens met een stuk hout tot de uiteindelijke vorm en wanddikte geklopt. Daarna werden ze in een open vuur gebakken.

De kogelpotten hadden altijd dezelfde vorm, maar verschilden in grootte. De kleinste waren om uit te drinken, de middelgrote om in te koken en de grootste dienden als voorraadpot. Voor drank werden vaak geïmporteerde kannen en bekers gekocht die, omdat ze bij een hoge temperatuur waren gebakken, waterdicht waren.

De kogelpot die aan het Westeinde is gevonden en een inhoud van wel 3 liter heeft, is zonder twijfel een voorraadpot. Dat soort potten werd vroeger ingegraven en deze is daarna waarschijnlijk vergeten. We weten trouwens ook wat er in die pot werd bewaard. Bij het zeven van de grond uit de pot werd namelijk een tarwekorrel gevonden. (Tekst: Wim van Horssen, foto: Martin van Rijn)

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter