Het was ook vroeger niet alles pais en vree. Dat blijk ook uit de bodemvondsten. Zo zijn in 2000/2001 door de archeologische werkgroep in een boerderij aan de Noortheylaan in Leidschendam vijf loden kogels gevonden. Ze hebben een gewicht van tussen de 7 en 24 gram. Twee ervan hebben een platte kant, wat erop wijst dat ze iets geraakt hebben. Waarschijnlijk zijn de kogels gebruikt in een musket (de voorloper van het geweer) of in een pistool met kruitvulling. Het musket werd omstreeks het jaar 1530 in Europa geïntroduceerd en bleef tot het eind van de 17e eeuw als oorlogswapen in gebruik.
De kogels van een musket kwamen in verschillende afmetingen voor. Ze zijn van lood gemaakt en rond van vorm. Het gieten gebeurde in een speciale kogeltang. De musketiers maakten hun kogels vaak zelf.
Bij welk geweld de gevonden kogels zijn gebruikt, is natuurlijk niet te zeggen, maar men is gauw geneigd te denken aan de Watergeuzen, die in 1574 op hun weg naar Leiden het toenmalige Veur zijn gepasseerd. (Tekst: Wim van Horssen, foto: Joanneke van den Engel-Hees)